BLOG van een sterrenkundige

Op deze site zal ik vertellen over mijn leven als onderzoeker en antwoorden op de meest interessante vragen met jou delen. • EN/NL

Ik geloof in buitenaards leven. Ergens in het heelal is er leven te vinden. Het is een kwestie van tijd voor we dit kunnen vinden. Een eerste stap is zoeken naar leven op aarde. Dit is wat ik doe in mijn dagelijks leven: zoeken naar signalen van leven op de aarde. Daarmee maken we een model van de aarde als exoplaneet.

Sinds de eerste detectie van een planeet buiten ons zonnestelsel is onze hoop om leven te vinden op een andere planeet alleen maar groter geworden. Om leven te detecteren hebben we hightech instrumenten nodig en slimme systemen die een reeks stappen kunnen uitvoeren om te weten te komen waar we naar kijken. Vele sterrenkundigen zijn op dit moment op zoek naar planeten die op de aarde lijken. ••• In mijn project zal ik beginnen met iets wat we allemaal kennen, namelijk onze eigen aarde: de enige planeet waarvan we zeker weten dat er leven is. Ik ga werken aan een instrument dat (signalen van) leven op aarde kan meten. Om dat te kunnen doen begin ik met computer modellen en instrumenten die door andere onderzoekers zijn gemaakt. Mijn uiteindelijke doel is om het instrument de ruimte in te sturen en deze te laten kijken naar de aarde. Zo wil ik graag een foto maken van hoe de aarde, met haar leven, er vanuit de ruimte uitziet.

Wil je terug naar mijn home pagina? Klik hier


Berichten van december 2022

Van blad cel tot boom toppen

Leiden, Nederland

Een computermodel van de groene planten op aarde



Kunnen we mogelijk leven op exoplaneten waarnemen? Nou, dit hangt ten eerste af van onze definitie van het begrip leven. Planten zijn zonder twijfel cruciaal voor al het leven op aarde. Daarom kunnen we onze vraag misschien veranderen in: Kunnen we planten meten op exoplaneten? Om deze vraag te beantwoorden moeten we eerst bestuderen en begrijpen hoe we vegetatie op aarde kunnen waarnemen. Alleen dan zouden we misschien kunnen begrijpen hoe vegetatie er op astronomisch verre planeten uitziet en vooral: welke instrumenten er nodig zijn om vegetatie op planeten buiten ons zonnestelsel te kunnen waarnemen.

Aangezien ik me zal richten op het detecteren van vegetatie, wil ik graag meer kennis opdoen over planten in het algemeen. Tijdens de middelbare school was het vak biologie niet verplicht voor mij. Zodoende heb ik slechts beperkte kennis over bladeren, planten, bomen en over de natuur in het algemeen. Wat ik wél weet, is dat planten een belangrijke rol spelen in de geschiedenis van onze aarde. Ze absorberen zonnestralen en zetten deze door middel van fotosynthese om een chemische energie. Op die manier verminderen ze de concentratie koolstofdioxide in de atmosfeer, verhogen ze het zuurstofgehalte en produceren op die manier essentiële brandstof voor bijna al het overige leven op aarde.

Behalve dat ze als brandstof dienen, versnellen planten de watercyclus op aarde met het zogenaamde transpiratieproces. In principe is dat een soort van... zweten. Wablief? Nou, planten absorberen vloeibaar water via hun wortels en laten hetzelfde water weer los als waterdamp in de atmosfeer dankzij kleine huidmondjes op hun bladeren. Slechts een kleine hoeveelheid water blijft achter in de plant.

Oke, cool, dus ik weet wel iets van planten. Alleen hoe kan ik mijn kennis nog meer uitbreiden? Gelukkig is het tegenwoordig als onderzoeker vrij gemakkelijk om samenwerkingsverbanden op te zetten tussen verschillende disciplines en instituten. Vorig jaar raakte ik in contact met het Instituut voor Milieuwetenschappen. Die ontwikkelden een verbazingwekkend computermodel dat de absorptie, reflectie en transmissie van zonlicht simuleert zodra het het oppervlak van een plant raakt.

Met dit model kunnen we berekenen hoe de spectrale signatuur van planten vanuit de ruimte op afstand wordt waargenomen. In de komende weken zal ik overwegen welke modelschalen interessant zouden zijn voor mijn onderzoek, welke soorten planten ik zou willen simuleren en nadenken over het belang van temporele veranderingen, zoals winter en zomer of zon en schaduw.

  • Modelschalen: de verschillende schalen waarvoor het mogelijk is om vegetatie te simuleren kan variëren van microscopische tot macroscopische schaal. Het is mogelijk om de verstrooiing van licht te modelleren tussen de kleine elementen zoals individuele cellen of moleculen in bladeren of juist de grote elementen zoals meerdere bladeren aan boomtakken. We kunnen zelfs bossen simuleren door meerdere bomen bij elkaar te voegen.
  • Plantensoorten: we kunnen tot in de kleinste details specifieke plantensoorten modelleren. Echter, bij het waarnemen van grote groene gebieden op het aardoppervlak vanuit de ruimte zien we een gemiddeld signaal van verschillende soorten planten. Daarnaast hebben we voor sommige plaatsen op de aarde hebben we misschien geen duidelijk beeld van het soort planten daar aanwezig zijn. Vandaar dat we moeten nadenken over het berekenen van een aantal algemene gemiddelde signalen van vegetatie voor diverse locaties op aarde.
  • Seizoensgebonden veranderingen: de seizoenen hebben een grote invloed op de vegetatie, en daardoor ook op de spectrale signalen die wij vanuit de ruimte zouden kunnen waarnemen. In de lente wordt er meer water in de bladeren (en de bodem) opgeslagen, terwijl de bladeren in de zomer erg droog kunnen zijn. Bij het modelleren van individuele bladeren worden dit soort specifieke details over de hoeveelheden water én of planten in de volle zon of in de schaduw staan, erg belangrijk.
Dit model klinkt erg veelbelovend! Er moet echter nog een extra berekening worden gemaakt voordat ik het model kan gebruiken. Op dit moment is de algemene output, van deze zogenaamde stralingsoverdracht berekeningen, alleen een intensiteit. Voor mijn onderzoek wil ik vooral weten hoe de polarisatierichtingen van zonlicht dat verstrooid wordt op planten eruit zien. Daarom zal ik in de komende maanden een plan opzetten om polarisatie van op planeten verstrooit zonlicht te meten en deze te implementeren in deze bestaande modellen. Ik zal jullie op de hoogte houden van dit ontzettend interessante en multidisciplinaire project.

15 december, 2022


Vegetatie Model van molecuul tot boom toppen

Berichten van november 2022

PhD leven als een achtbaan

Leiden, Nederland

Hoge pieken en dalen, op en neer, keer op keer



"Here we go, On this roller coaster life we know, With those crazy highs and real deep lows, I really don't know why". Een lied van de Nederlandse zanger Danny Vera, die het dagelijks leven van ieder mens op deze pale blue dot, de aarde, beschrijft. Het leven is net een achtbaan. Daarin ga je op en neer. In deze blog kijk ik graag naar mijn persoonlijke leven tijdens mijn promotie. En je raadt het al, het voelt ook als een complete achtbaan.

Door websites van willekeurige pretparken over de hele wereld te bezoeken, kunnen we topattracties naast elkaar zetten en de keuze maken welk park het aller leukste park is. Uiteindelijk zal het altijd heel moeilijk zijn om uit een honderdtal locaties slechts één park te kiezen. Voor mij heeft het een tijdje geduurd voordat ik een shortlist van interessante en aantrekkelijke astronomische instituten had gemaakt. Of laten we zeggen, een lijst van de instituten die mij persoonlijk aanspraken. In het algemeen ben ik iemand die mijzelf graag goed voorbereidt, wanneer ik een belangrijke beslissing moet nemen. Echter besef ik me maar al te goed dat zelfs met de beste voorbereiding, het starten van een carrière in de academische wereld meerdere verrassingen en onzekerheden met zich mee zal brengen.

Het eerste moment waarop ik zenuwachtig word in een pretpark, is wanneer ik in de rij ga staan voor het letterlijke hoogtepunt van het pretpark: de achtbaan. Zodra je dichter en dichter bij de ingang komt, verschijnen er steeds meer kleine informatie bordjes. Het laatste bord dat je tegenkomt voordat je door de poortjes loopt is: "Geniet van de rit". Toen ik me klaarmaakte voor mijn eerste werkdag bij de Leidse sterrenwacht, had ik een zelfde soort gevoel van opwinding vermengd met een klein beetje angst. Ik wist ongeveer wat ik kon verwachten van een doctoraat, maar tegelijkertijd had ik eigenlijk ook geen idee. Ik kreeg meerdere e-mails met informatie over mijn nieuwe medewerkers account, details over mijn nieuwe contract en ook nog een laatste e-mail waarin stond: "Welkom bij de Leidse Sterrewacht".

Als je eindelijk de ingang van de achtbaan bereikt, word je nog enthousiaster over de rit die komen gaat. Je wordt gevraagd in de rij te gaan staan voor één van de vele achtbaanwagentjes die op je staan te wachten. Dit moment geeft je de kans om een eerste indruk te krijgen van alle andere mensen die ook in dezelfde attractie stappen. Het begin van je eerste dag op het onderzoeksinstituut bestaat voornamelijk uit het ontmoeten van andere promovendi van dezelfde instroom. Tijdens een aantal activiteiten begin je elkaar te leren kennen en raak je vertrouwd met de werkplek.

Langzaam komt het geluid van de draaiende kettingen dichterbij. Een eerste schok verbindt de achtbaan met de lopende band en daar gaan we... Op naar boven. Terwijl je naar voren kijkt, komt de hemel dichterbij. Met een blik naar achteren zien we de grond alleen maar kleiner worden. Vanaf deze hoogte kunnen we het hele park overzien. De zenuwen beginnen langzaam af te nemen. De rit die gaat komen lijkt nu voorspelbaar en het einde is al in zicht. Tijdens de eerste helft van je PhD begin je met het leren kennen van je eigen onderzoeksgebied. Des te meer kennis je opdoet, des te completer de voorlopige inhoudsopgave van je proefschrift (en dus carrièrepad) wordt. Aan het begin heb je veel energie om verschillende projecten op te starten, je aan te sluiten bij verschillende samenwerkingsverbanden en je voor te bereiden op presentaties en conferenties die je zullen helpen om je onderzoek te promoten.

En dan, opeens, hoor je het geluid van de kettingen niet meer. De karretjes hebben het hoogste punt van de achtbaan bereikt. Wanneer je voor je kijkt, voel je het kloppen van je hart in je keel. Voor je het weet, versnellen de karretjes doordat je door de zwaartekracht naar beneden wordt getrokken. Dit is precies het punt dat ik op dit moment ervaar in mijn onderzoek. Ik ben net over de helft van mijn PhD. Ik ben er onlangs achter gekomen dat ik sommige van de (te veel) projecten die ik deze jaren ben begonnen, niet (allemaal) kan afmaken. De gestructureerde planning die ik voor mezelf heb gemaakt, aan het begin van mijn PhD, was verre van realistisch. Tegelijkertijd moet ik ook beginnen met nadenken over de volgende stappen in mijn carrière. Wil ik verder in de academische wereld, bij wie, waar en op welk gebied? Een klein beetje eng is het wel, zo snel naar beneden gaan. Echter weet ik wel zeker dat zodra ik een nieuwe grip op mijn projecten krijg, ik voor mijn gevoel weer met de achtbaan omhoog ga.

Een PhD is een achtbaan van emoties. Ik denk dat iedereen zich daarvan bewust moet zijn voordat je aan een academische carriere begint. Je hebt de volledige rit nooit helemaal onder controle. Ook omdat je ook erg afhankelijk bent van andere onderzoekers. Of dit nu je onderzoeksgroep is, je supervisor of zelfs een elektrotechnicus die je helpt met het maken van je instrument. Het belangrijkste is dat je nooit ophoudt met in jezelf geloven. Verlies nooit je nieuwsgierigheid naar 'dingen', en vooral: geniet zoveel mogelijk van de rit gedurende je PhD.

29 november, 2022


PhD leven als een achtbaan

Berichten van augustus 2022

Detecteren van leven

Leiden, Nederland

Metingen vanuit een hete lucht ballon



Op dit moment ben ik in Amerika en heb ik net mijn aller eerste conferentie presentatie achter de rug! Wat bijzonder, 20 minuten om mensen die je nog nooit hebt gezien te mogen vertellen over het werk waar jijzelf zo druk mee bent geweest. Ik zal in deze blog even kort uitleggen waar ik het over heb gehad.

Als sterrenkundigen kijken we veel naar het licht afkomstig van sterren. We kunnen het licht van onze zon, de dichtsbijzinde ster, opbreken in een spectrum. De Zon straalt UV, zichtbaar en infrarood licht uit. Na het splitsen van het zichtbare deel van het zonlicht kunnen we alle kleuren van de regenboog zien.

In een eerdere blog had ik het genoemd dat zonlicht er voor zorgt dat we op de aarde ook zuurstof (fotosynthese) en ozon (reactie van zonlicht met zuurstof moleculen) in de atmosfeer hebben. Wanneer we vanaf de aarde naar de zon kijken, kunnen we deze stofjes ook herkennen in het kleurrijke spectrum. De moleculen absorberen absorberen specifieke delen van het licht wat zorgt voor dunne zwarte streepjes in het spectrum.

Wanneer het zonlicht door de atmosfeer is gerezen en het op het oppervlakte van de aarde valt wordt een deel van het zonlicht terug naar de ruimte gereflecteerd. Door met satelliten dit gereflecteerde licht te meten kunnen we enkele eigenschappen van het oppervlak achterhalen.

Nog specifieker, we kunnen zien of het oppervlakte wel of geen planten bevat. Nu denk je wellicht, dat is niet zo moeilijk want de meeste planten zijn groen, dus die zou ik ook kunnen herkennen. Nou, het heeft zeker iets te maken met het 'groene' van planten. Beter gezegd, met de chlorophyl moleculen die ervoor zorgen dat planten groen zijn. Chlorophyl zorgt ervoor dat de blauwe (485 nm) en rode (700 nm) delen van het zonlicht geabsorbeerd en het groene (550 nm) deel gereflecteerd wordt. Dit is ook de reden waarom planten groen zijn. Na de sterke absorptie in het rode deel van het spectrum zien we een erg sterke reflectie in het infrarode (765 nm) deel van het spectrum. Dit is wat we de "vegetation red edge" noemen. Door de verhouding tussen de reflectie van rood en infra rood licht te bekijken kunnen we nagaan of een satelliet naar planten aan het kijken was.

In mei was ik in Zwitserland voor veldwerk! We wilden kijken of we met onze instrumenten ook vegetatie (dus leven!) op de aarde konden waarnemen. Een paar uur voor zonsondergang reden we naar de Freiburg regio waar we middenin een weiland opstegen met een heteluchtballon. Wat gaaf was dit! De mand van de ballon was zo ontzettend groot dat het instrument en nog 5 extra passagiers mee konden vliegen. Tijdens het opblazen van de ballon moesten er extra mensen in de mand gaan staan zodat de ballon met ons instrument al aan boord, niet zou wegvliegen.

Na zo'n 15 minuten was de ballon opgeblazen, en daar gingen we dan. Binnen een minuut werden de blaadjes aan de boom al te klein om te herkennen. Tijd om van het uitzicht te genieten was er niet, gezien we druk bezig waren met meten! Onze spectropolarimeter was naar het aardoppervlak gericht en mat de reflectie van het zonlicht op allerlei verschillende ondergronden. Met deze metingen konden we uiteindelijk achterhalen of er leven te vinden was op Aarde. And guess what?! We found it! In oktober gaan we weer op reis, om te kijken naar nog sterkere signalen van leven. Ik houd jullie op de hoogte!

August 25, 2022


Ballon vlucht om leven op aarde te meten

Berichten van juni 2022

Portret van Sagitarius A*: het zwarte gat in onze melkweg

Leiden, Nederland

Fotograferen van reusachtige onzichtbare objecten



In het centrum van sterrenstelsels bevinden zich gigantisch zware objecten. Elke object in het heelal heeft een zwaartekracht die afhankelijk is van zijn eigen gewicht. Een gewicht kan zelfs zo zwaar zijn dat de aantrekkingskracht zo groot is dat zelfs licht en de kleinste deeltjes niet meer kunnen ontsnappen. Objecten die zo zwaar zijn hebben sterrenkundigen zwarte gaten genoemd.

Eigenlijk is de naam zwart gat best wel vreemd. De kleur “zwart” betekend dat we geen zichtbaar licht kunnen zien rondom het object. Een beetje zoals het zoeken naar een waterput in het donker. Als we niets kunnen zien, weten we ook niet of er een put in de buurt is. Maar, hoe zijn we er dan ooit achter gekomen dat zwarte gaten bestaan als we ze niet kunnen zien?

Honderd jaar geleden voorspelde Einstein met zijn (speciale) zwaartekracht theorie het fenomeen van een zwart gat. Hij beschreef zwaartekracht op zichzelf niet als een kracht maar als een buiging van de ruimte. Deze buiging zou een gevolg zijn van het bestaan van een massa in de ruimte. Des te groter de massa des te groter de buiging. Een object met een gigantische massa creërt dus hele sterke buigingen. Deze kunnen zo stijl worden dat geen enkel object wat zich dicht bij de massa bevindt nog kan ontsnappen en alles naar de massa toe valt.

Drie jaar geleden kregen onderzoekers het onmogelijke voor elkaar. Met zeven grote radiotelescopen verdeelt over de hele wereld, vormden ze samen een hele grote radiotelescoop ter grote van de aarde. Deze heeft een ontzettend scherpe resolutie en kan ver genoeg kijken om het centrum van sterrenstelsel M87 te observeren. Al tientallen jaren suggereren sterrenkundigen dat in het centrum van M87 zich super zwaar zwart gat verschuilt. Niets is minder waar: in april 2019 presenteren sterrenkundigen het ultime bewijs voor Einstein's theorie: de aller eerste foto van een gapend groot zwart gat.

M87 is niet het enige sterrenstelsel met een zwart gat. Al sinds de tachtiger jaren is het duidelijk dat er zich een grote, mysterieuze, onzichtbare bron zich in het centrum van de Melkweg verschuilt. Het object wordt Sgr A* genoemd. Sterren in de buurt van het centrum draaien met gigantische bogen rondom hetzelfde punt. De beweging wordt met groot detail in de gaten gehouden. Er is een specifieke ster die bijzonder veel aandacht krijgt: S2. In 2002 bleek S2 op het punt te bereiken die het dichtst bij Sgr A* staat. Door dit punt toe te voegen aan de modellen kunnen sterrenkundigen een schatting maken van de grootte van de bron. Deze blijkt maar liefst de massa van 4 miljoen zonnen te hebben. Het enige object dat zo zwaar kan zijn, is een zwart gat.

De verwachting is dat in het centrum van alle grote sterrenstelsels in het heelal zich een gapend zwart gat verstopt. Deze slokken per jaar honderden tot duizenden sterren ter grote van de Zon (in massa) op. Gigantisch veel dus! Gelukkig hoeven we niet bang te zijn voor deze zwarte gaten. Ze staan zo ontzettend ver van ons af, als we een ruimteschip met de snelheid van het licht konden laten vliegen, zouden we er alsnog 27.700 jaar over doen om bij het dichts bijzijnde zwarte gat te komen!

June 28, 2022


Zwart gat in centrum spiraal sterrenstelsel

Berichten van april 2022

Polarisatie: Van hersenspinsel tot wereldwijde toepassing

Leiden, Nederland

Het begrijpen van de grootste en de kleinste



Door polarimetrische metingen kunnen astronomen veel meer te weten komen over astronomische objecten dan alleen hun helderheid. In een gewone telescoop wordt alleen de intensiteit van een object in een bepaald golflengtegebied gemeten. Echter, als we in staat zouden zijn om tegelijkertijd de polarisatie van het licht te meten, kunnen een aantal eigenschappen van astronomische objecten bestuderen die anders moeilijk (of onmogelijk) te meten zouden zijn.

  • Massieve sterren eindigen hun leven met een krachtige en lichtgevende explosie die een zogeheten supernova vormt. Sinds 1970 proberen astronomen de polarisatie van supernovae te meten. Hiermee kunnen ingewikkelde details van de explosie worden achterhaald. Door de polarisatie van het uitgezonden licht te meten, kunnen bijvoorbeeld asymmetrieën in de vorm van de uitdijing van het stellaire overblijfsel worden opgespoord.
  • In 2002 ontdekte een team van astronomen dat het oudste licht in het heelal gepolariseerd is: de kosmische microgolfachtergrond. Theoretisch bestond het idee al dat deze polarisatie aanwezig zou zijn volgens de inflatietheorie: de onvoorstelbaar grote expansie van de omvang van het heelal gedurende een minieme fractie van een seconde na de oerknal. Door de polarisatie van deze achtergrond te bestuderen, proberen astronomen meer te begrijpen van de allereerste seconden van ons heelal.
  • Polarimetrie stelt ons in staat licht te meten dat afkomstig is van zeer zwakke bronnen. Zwarte gaten, de meest massieve objecten in het heelal, zenden geen licht uit. In 2019 presteerde een team van onderzoekers echter het ondenkbare: zij brachten de schaduw van een zwart gat in sterrenstelsel M87 in beeld. Dit kon enkel gerealiseerd worden door vele radiotelescopen over de hele wereld te combineren tot een wereldwijd netwerk van telescopen. Kort daarna, in 2021, ontdekte hetzelfde team dat een aanzienlijk deel van het licht in deze afbeelding gepolariseerd is. Hierdoor kunnen de astronomen de structuur van het materiaal rond het zwarte gat in kaart brengen.
  • 2021 was een succesvol jaar voor polarimetrie. Een ander team van astronomen slaagde erin om met het SPHERE-instrument gepolariseerd licht te meten van een schijf van stof en gas rondom een gasvormige exoplaneet. Deze metingen geven inzicht in de vorming van de planeet en zijn eventuele manen. In de toekomst zullen polarisatiemetingen van rotsachtige planeten ons in staat stellen meer informatie te verzamelen over hun atmosferen en oppervlakken om uiteindelijk op zoek te gaan naar mogelijke tekenen van leven.


Hoe meten we eigenlijk de polarisatie van licht? • Laten we de waarnemingstechniek achter polarimetrie nog eens kort samenvatten. Om gepolariseerd licht te detecteren, gebruiken we filters die alleen licht met een bepaalde polarisatierichting doorlaten; zogenaamde polarisatoren. Voor alle duidelijkheid: wanneer we zeggen dat het licht doormiddel van een polarisator gepolariseerd wordt, betekent dit niet dat er een fysieke verandering in de polarisatie van het licht plaatsvindt. Het licht krijgt een geprefereerde polarisatierichting doordat andere polarisatierichtingen worden tegengehouden. Een direct gevolg hiervan is dat wanneer we ongepolariseerd licht door een polarisator sturen, dit licht slechts 50% van de lichtintensiteit van het invallende licht doorlaat.

Instrumenten die de polarisatie van licht meten zijn uitgerust met twee polarisatoren. Het binnenkomende licht wordt gesplitst in twee gelijke bundels. Een bundel gaat door een horizontale polarisator en de andere door een verticale polarisator. Van beide bundels wordt een afbeelding gemaakt. Door de ene afbeelding van de andere af te trekken, wordt het resterende ongepolariseerde licht uit de uiteindelijke afbeelding opgeheven. Dit helpt astronomen bij het zoeken naar de gepolariseerde verstrooide reflectie van exoplaneten, aangezien de instrumenten de ongepolariseerde schittering van het sterlicht verwijderen.

April 30, 2022


Sterrenkunde en polariatie: Zwart gat, supernova en de oerknal

Berichten van maart 2022

We weten niets zeker, maar alles waarschijnlijk

Leiden, Nederland

Polarisatie: Van hersenspinsel tot wereldwijde toepassing



Als wetenschapper ben je zo gefocust op nieuwe dingen onderzoeken, dat je soms vergeet wat er allemaal aan je eigen onderzoek vooraf is gegaan. Dit merkte ik toen ik met de redacteur van het Klokhuis aan het praten was. Zij waren bezig met een aflevering over Christiaan Huygens, een bekende Nederlandse astronoom uit de 17e eeuw. Hij was de eerste die zijn gedachten over het bestaan van leven buiten onze aarde opschreef in zijn boek Cosmotheoros. Als hij toch ooit geweten had dat zijn ontdekking van de polarisatie eigenschap van licht ons zou helpen in de zoektocht naar buitenaards leven.

Als Nederlandse uitvinder, wis-, natuur- en sterrenkundige, was Huygens een van de belangrijkste wetenschappers in de zeventiende eeuw. Met zijn "Traite de la Lumiere" botste hij met zijn licht theorie met de hypothese van Isaac Newton. Newton beschreef het fenomeen licht als bewegende kleine deeltjes met hun eigen massa. Huygens was het hier niet mee eens. Hij beschreef licht als een lichtgolf. In de moderne natuurkunde beschrijven we licht door gebruik te maken van Huygens theorie. Daarnaast zeggen we ook dat licht bestaat uit kleine deeltjes (fotonen) die zich met de lichtsnelheid voortbewegen. Echter hebben deze geen massa.

Huygens is een belangrijke voorvader van mijn onderzoek. Naast de filosofische gedachte leven buiten de aarde was, beschreef hij de breking van licht in twee lichtbundels door gebruik te maken van een calciet kristal. Beide stralen die ontsnappen uit het kristal zijn linear gepolariseerd. Nu begrijp je wellicht wel waarom zijn theorieën essentieel zijn voor mijn onderzoek: De zoektocht leven op en buiten de aarde door gebruik te maken van de polarisatie van licht.

Polarisatie van licht als bekend begrip
Voor wetenschappers is het op dit moment gemakkelijk om het begrip 'polarisatie van licht' uit te leggen. Bijna iedereen maakt dagelijks gebruik van deze onzichtbare eigenschap van licht. De theorie en techniek zit namelijk verstopt in bijvoorbeeld gepolariseerde zonnebrillen en LCD schermen. Zelfs in het scherm van je smartphone. Dan kan het allemaal niet zo ingewikkeld zijn... toch?

Nou, als onderzoeker kan ik zeggen dat het erg moeilijk is om iets te beschrijven waarvan je nog niet weet wat het is. Daarom wil ik even terug duiken in de geschiedenis. Hoe zijn we van het ontdekken van de polarisatie van licht tot aan de toepassingen die ik in mijn leven als sterrenkundige dagelijks gebruik. Draw220331

Van Huygens's ontdekking tot dunne polariserende platen • De geschiedenis van polarisatie begint eigenlijk al met Erasmus Bartholinus die in 1669 het natuurverschijnsel van de dubbele breking van licht waarnam in IJslandspaat. Bartholinus wist echter nog niets over het fenomeen van polarisatie.

Een kleine twintig jaar later maakte Christiaan Huygens fundamentele ontdekking van polarisatie. Met zijn golftheorie van licht beschreef hij het brekings natuurverschijnsel een ander materiaal dan Bartholinus, namelijk in calciet.

Het duurde nog tot 1808 dat Étienne Louis Malus ontdekte dat gereflecteerd licht gedeeltelijk gepolariseerd wordt. Zijn waarneming zorgde voor een beter inzicht in de voortplanting van licht. Malus was degene die het woord "polarisatie" voor licht introduceerde.

Een paar jaar later (1815) kwam Jean Baptiste Biot erachter dat toermalijn een gepolariseerde straal bijna volledig ongehinderd doorlaat en de andere straal absorbeert. David Brewster gebruikte als eerste de toermalijn als polarisatie analysator (1818) en ontwierp daarmee de toermalijntang. Het principe van het combineren van een enkele glasplaat en polarisator als analysator kwam bekend te staan onder de naam polariscope.
Aan het begin van de 20ste eeuw waren er vele verschillende polariscopen. Deze maakten allemaal gebruik van de Nicol-prisma als polarisatie analysator. Het Nicol-prisma bestaat uit twee afzonderlijk geslepen calcietprisma's die aan elkaar zijn gelijmd. Het prisma laat golven door die slechts in één richting trillen. Hierdoor produceert het een gepolariseerde straal.

In 1928 kwam Edwin H. Land met het idee om miljoenen microscopisch kleine herapathiet kristallen te combineren tot een dunne plaat. Dit gebeurde door kristallen fijn te malen en te mengen met een stroperig plastic. Het mengsel werd door een dunne spleet geduwd. De dunne en doorzichtige plaat werd door Land de Polaroid J-Sheet genoemd. Al gauw werd de uitvinding op grote schaal gebruikt in bijvoorbeeld polaroid zonnebrillen en autoruiten, filters voor fototoestellen en zelfs 3D films.

In de jaren 40 werden de sheets verbeterd door gebruik te maken van plastics die bestaat uit lange organische ketens (polymeren). Bij de productie worden de platen tegelijkertijd verwarmd en uitgerekt waardoor de polymeren parallel aan elkaar komen te liggen. Dit zorgt voor dat de moleculen een sterk dubbelbrekend effect veroorzaken. Daarnaast werd de plaat met deze techniek nog dunner. Verbeterde varianten van de sheets worden nu nog steeds gebruikt.

Vond je het leuk om op deze manier de geschiedenis van Huygens ontdekking tot dunne polariser platen te volgen? In mijn volgende blog zal ik een zelfde verhaallijn beschrijven, maar dan van de ontdekkingen van polarisatie in de sterrenkunde. Stay tuned!

March 31, 2022


Draw220331

Berichten van maart 2022

Hoe kunnen we planeten vinden buiten ons zonnestelsel? (deel 2)

Leiden, Nederland

(Exo)planeten ontdekken door kijken naar een onzichtbare eigenschap van licht



In de vorige blog werd beschreven hoe coronagrafen astronomen hebben geholpen om (exo)planeten planeten te kunnen detecteren vanaf de aarde. Een coronagraaf blokkeert een groot deel van het licht afkomstig van een ster terwijl deze het licht van eventuele planeten doorlaat. Helaas is zelfs het licht van een grote planeet (ten opzichte van het licht van zijn zon) zo zwak dat we nog steeds niet in één oogopslag de planeet kunnen waarnemen. Deze blog beschrijft één van de manieren waarop we toch erachter kunnen komen of er een exoplaneet rondom een zon beweegt. Dit doen we door te kijken naar een onzichtbare eigenschap van licht: polarisatie.

Laten we even beginnen met een korte terugblik: Wat is gepolariseerd licht ook alweer? Lichtstralen kunnen we beschrijven als een bundel van lichtgolven. Deze lichtgolven hebben een elektrisch(e) veld (vector) die als een golf voortbeweegt en tegelijkertijd loodrecht op de bewegingsrichting staat. We zeggen dat licht gepolariseerd is wanneer een (kleine) meerderheid van de elektrische velden één voorkeurs richting hebben. De elektrische velden van het licht wat uit een laser komt heeft zo'n voorkeursrichting. We zeggen dan ook wel dat een laser linear gepolariseerd is. Een ander voorbeeld van gepolariseerd licht is zonlicht wat gereflecteerd wordt door het aardoppervlak. Wanneer de hoek tussen het inkomende en gereflecteerde licht een hoek hebben die gelijk is aan de 'polarisatie hoek', wordt het licht gepolariseerd. Ook deze soort polarisatie noemen we linear gepolariseerd licht.

Dit is allemaal leuk en aardig, maar hoe kunnen we nou deze onzichtbare eigenschap van licht meten. Normale camera's zijn niet in staat om direct polarisatie te meten. Echter kunnen we polarisatie waarnemen met hetzelfde principe als het waarnemen van een kleur. Alle individuele pixels van een kleurencamera zijn voorzien van een kleurenfilter. Een veel voorkomende combinatie van kleurenfilters zijn rood, groen en blauw. Deze zorgen ervoor dat alleen rood, groen of blauw licht door het filter wordt doorgelaten. De intensiteit van het gefilterde licht wordt dan gemeten door de pixel. Door alle pixels met elkaar te combineren kunnen we de intensiteit van rood, groen en blauw licht op elk punt van de camera bepalen. Hetzelfde principe geldt voor het meten van de polarisatie van het licht. Wanneer een camera voor elke pixel een polarisatiefilter heeft, zijn we in staat om voor elk punt de polarisatie richting van licht te bepalen.

Maar hoe kunnen de polarisatie van licht gebruiken om (exo)planeten te detecteren? Voor de meeste sterren, net zoals onze Zon, kunnen we aannemen dat het licht afkomstig van de ster ongepolariseerd is. In onze gedachten nemen we nu een planeet die om een ster heen draait. Het ongepolariseerde sterlicht straalt alle kanten uit en straalt dus ook richting de planeet. Wanneer de planeet het licht naar ons toe weerkaatst is er altijd een deel van het licht dat weerkaatst wordt met de eerder genoemde 'polarisatie hoek'. Dit betekend dus dat het licht van een ster niet gepolariseerd is, maar het licht weerkaatst van de planeet wel.



Draw220131

Coronagraphs and their use in HCI • Een van de belangrijke instrumenten van Webb, MIRI, kan gebruik maken van vier afzonderlijke coronagrafen. Een van de coronagrafen is gebaseerd op het zogenaamde Lyot-ontwerp; een typisch, klassiek type van een coronagraaf. De Lyot-coronagraaf gebruikt een kleine metalen schijf om het grootste deel van het licht van de centrale heldere ster in het eerste focusvlak van het instrument te blokkeren. Het licht van de ster wordt gebundeld rond de randen van de lenspupil en vormt ringen rond de rand van het diafragmabeeld. Daarna blokkeert een Lyot-stop de resterende ringen van licht afkomstig van de centrale ster, terwijl licht afkomstig van objecten naast de ster wordt doorgelaten naar het uiteindelijke beeld op de camera.2

1 Tot en met 2014 was dit de meest toegepaste methode om exoplaneten te vinden. Na de lancering van het Kepler (ruimteobservatorium) werden veel meer planeten gevonden met de Transit-methode, waardoor de Transit-methode tegenwoordig de belangrijkste methode is om exoplaneten op te sporen.
2Dit is een voorbeeld van een Lyot-coronagraaf. Dit type coronagraaf kan geen hoog contrast bereiken voor objecten zeer dicht bij een ster. Verbeteringen van dit oorspronkelijke concept hebben echter geleid tot vele coronagraafontwerpen die planeten kunnen ontdekken die erg dicht bij een ster staan.

January 31, 2022


Draw220131

Berichten van januari 2022

Hoe kunnen we planeten vinden buiten ons zonnestelsel? (deel 1)

Leiden, Nederland

Zoekend naar het vuurvliegje dichtbij een vuurtoren.



Vorige maand schreef ik in mijn blog over de lancering van de James Webb-ruimtetelescoop. Een van de belangrijkste wetenschappelijke doelen van Webb wordt het bestuderen van de atmosferen van exoplaneten op zoek naar biosignaturen; de zogenaamde bouwstenen van leven. Dit is super cool natuurlijk! Maar voordat we deze zogenaamde biosignaturen kunnen vinden, moeten we eerst deze exoplaneten opsporen. Aangezien ik dit semester begeleider ben bij een vak dat High contrast imaging heet, leek het me leuk om eens wat meer uit te leggen over hoe we exoplaneten die ver, ver weg van ons zonnestelsel rond sterren draaien kunnen opsporen.

Als je goed hebt opgelet bij het astronomische nieuws, dan heb je misschien de krantenkoppen gezien met “NASA's Transiting Exoplanet Survey Satellite (TESS) heeft meer dan 5000 potentiële buitenaardse werelden geïdentificeerd”. Maar hoe kan het dan dat de teller van bevestigde ontdekkingen van exoplaneten door astronomen slechts op 4908 staat? Nou, om een potentiële buitenaardse wereld een exoplaneet te noemen, moet ten minste door twee detectiemethoden het bestaan ervan worden bevestigd. Wanneer planeten worden geïdentificeerd door slechts één enkele detectie, noemen we ze kandidaat-exoplaneten.
Er zijn twee goed werkende detectiemethoden;
  • Transit methode; wanneer een planeet om een ster draait, dimt hij het licht van de ster met een meetbare hoeveelheid wanneer hij voor de ster langs trekt.
  • Radiale snelheid methode; sterren beginnen te wiebelen rond het massamiddelpunt van hun sterstelsel als gevolg van (een) planeet(sen) die rond de middelste ster draait (draaien).1
Waarom is het zo moeilijk om een exoplaneet te vinden? Niet alleen staan ze heel ver weg, ze staan ook heel dicht bij een superheldere ster. Je kunt het waarnemen van een exoplaneet vergelijken met het zoeken naar een vuurvliegje, dat in het noorden van Noorwegen rond het licht van een vuurtoren cirkelt terwijl je in het zuidelijkste deel van Spanje staat. Voor een professionele telescoop ligt de uitdaging niet zozeer in het waarnemen van kleinere objecten op deze grotere afstanden. De echte uitdaging is het waarnemen van de vuurvlieg zonder dat we het licht van de vuurtoren kunnen uitzetten.

Als je erover nadenkt: de twee belangrijkste detectiemethoden die hierboven zijn genoemd, zijn beide indirecte detectiemethoden. Wat ik daarmee bedoel is dat de planeten niet worden gedetecteerd door een foto te maken, maar we kunnen ze alleen vinden dankzij het effect dat zij hebben op de ster.

Als er maar een manier was om de verblindende glans van de ster tijdens een waarneming te dimmen, zouden we in feite een foto van de exoplaneten zelf kunnen maken. Dit is de basis voor een andere detectietechniek, de zogenaamde Direct imaging. De verhouding tussen de flux van de ster en de flux van de planeet noemen we de contrastverhouding. Daarom wordt directe beeldvorming ook wel “High contrast imaging” of HCI genoemd.

Draw220131

Coronagrafen en hun gebruik in HCI • Een van de belangrijke instrumenten van Webb, MIRI, kan gebruik maken van vier afzonderlijke coronagrafen. Een van de coronagrafen is gebaseerd op het zogenaamde Lyot-ontwerp; een typisch, klassiek type van een coronagraaf. De Lyot-coronagraaf gebruikt een kleine metalen schijf om het grootste deel van het licht van de centrale heldere ster in het eerste focusvlak van het instrument te blokkeren. Het licht van de ster wordt gebundeld rond de randen van de lenspupil en vormt ringen rond de rand van het diafragmabeeld. Daarna blokkeert een Lyot-stop de resterende ringen van licht afkomstig van de centrale ster, terwijl licht afkomstig van objecten naast de ster wordt doorgelaten naar het uiteindelijke beeld op de camera.2

Is het je opgevallen dat de afbeeldingen die door spiegeltelescopen worden gemaakt, geen gaten of schaduwen vertonen? Een vraag voor jou om het principe van een coronagraaf te begrijpen zou kunnen zijn: Wat is het verschil tussen een occulting spot, onderdeel van een Lyot coronagraaf, en een secundaire spiegel die boven een primaire spiegel is geplaatst en een bepaald deel van de hemel blokkeert?

Lichtstralen van de niet geblokkeerde delen van een primaire spiegel worden allemaal bij elkaar opgeteld wanneer ze worden scherpgesteld. Het brandpunt ligt niet op de blokkade, maar op de hemel, ver, ver weg. Als je dit wilt voorstellen, kun je het volgende experiment eens proberen. Kijk met je beide ogen naar een voorwerp of muur op een afstand van ongeveer 5 meter. Strek je armen naar voren en wijs met je wijsvinger naar boven. Als je focust op de muur merk je dat je de hele muur kunt zien, ook al staat je vinger er recht voor. Als je focust op je vinger dichtbij, zul je zien dat je de achtergrond niet meer kunt zien. Kun je de vraag beantwoorden? Wat is het verschil?

1 Tot en met 2014 was dit de meest toegepaste methode om exoplaneten te vinden. Na de lancering van het Kepler (ruimteobservatorium) werden veel meer planeten gevonden met de Transit-methode, waardoor de Transit-methode tegenwoordig de belangrijkste methode is om exoplaneten op te sporen.
2Dit is een voorbeeld van een Lyot-coronagraaf. Dit type coronagraaf kan geen hoog contrast bereiken voor objecten zeer dicht bij een ster. Verbeteringen van dit oorspronkelijke concept hebben echter geleid tot vele coronagraafontwerpen die planeten kunnen ontdekken die erg dicht bij een ster staan.

January 31, 2022


Draw220131

Berichten van december 2021

Herschrijf de Geschiedenis van de Kosmos

Leiden, Nederland

Om het Universum te ontdekken, hebben we een planeet nodig.



Het verloop van een onderzoek loopt nooit linear. Om deze traditie maar in stand te houden, laat ik ook dit blog maar in de vrije loop lopen. Waar ik vorige maand dacht meer te gaan vertellen over mijn eigen onderzoek werd nu toch de lancering van de James Webb-ruimtetelescoop even te belangrijk!

Na maar liefst 25 jaar is het zover. Op Kerstochtend wist ook mijn familie hoe belangrijk de James Webb-ruimtetelescoop is voor sterrenkundigen. Daarom zaten we met zijn alleen voor de buis, te kijken naar de NASA livestream. Iedereen houdt de laatste 10 seconden voor 13:20 zijn adem vast, om daarna in een zucht van opluchting de Ariane-5 te zien verdwijnen in de wolken. Er zijn nog geen seconden voorbij of de app staat rood-gloeiend: "Merry Christmas", want deze Kerst kregen alle astronomen toch wel een prachtig kerstcadeau: een succesvolle lancering van de James Webb-ruimtetelescoop.



James Webb-ruimtetelescoop • Leer over de kosmos met de James Webb-ruimtetelescoop

De James Webb-ruimtetelescoop, ooit begonnen als de Next Generation-ruimtetelescoop, schrijft geschiedenis nog voor datum van de lancering. Waar het originele 'simpele' ontwerp begon als een 500 miljoen project van 11 jaar, is het uitgebloeid tot een astronomisch complex 10 miljard project waarbij duizenden onderzoekers van meer dan driehonderd instituten, 25 jaar nodig hadden om de telescoop klaar te maken voor lancering. Wat maakt de telescoop nou zo bijzonder en complex.
  • Gigantisch: Het is de grootste ruimtetelescoop ooit. De hele telescoop is zo hoog als een flat met drie verdiepingen en is net zo lang als de lengte van een tennisbaan. Omdat de raketkuip van de Ariane raket 'slechts' 4,5 meter breed is, wordt de telescoop in origami-stijl opgevouwen om in de raket te passen. Eenmaal in de ruimte zal de telescoop openvouwen.
  • Honingraad: De eerste spiegel is opgebouwd uit 18 gouden individuele hexagonale spiegels die stuk bij stuk bijna 1,5 meter lang zijn. Iedereen weet op het moment natuurlijk goed hoe lang 1,5 meter wel niet is. Samen vormen de spiegels één grote spiegel van maar liefst 6,5 meter hoog en breed.
  • Glad: Het oppervlak van de individuele spiegels moeten zo glad zijn dat, als de spiegel een oppervlakte zo groot als Europa zou hebben, er geen heuvel of dalletje mag zijn die hoger is dan een enkelhoogte.
  • Zonnebescherming: Een zonneschild moet de telescoop tegen de infrarode straling van de Zon, de aarde en de Maan beschermen. Het schild vormt zo een scheiding tussen de zonnekant, met een temperatuur van ongeveer 110 °C, en de schaduwkant, ongeveer -230 °C. Alsof je zonnebrand met zonnefactor 1 miljoen zou gebruiken. Om dit te kunnen doen heeft het zonneschild 5 lagen. Elke laag is gemaakt van Kapton en is zo dun als één haar.
  • Krachtig: Webb is 100 keer krachtiger dan de Hubble-ruimtetelescoop. Webb kan licht opvangen van objecten die ontstaan zijn vlak na de Big Bang. De nieuwe ontdekkingen zullen onthullen hoe de oorspronkelijke sterren er 13,7 miljard jaar geleden uitzagen. Tot nu toe staat het record van het waarnemen van het oudste en verste object op naam van Hubble. Deze stond op een afstand van maar liefst 13,4 miljard jaar.
  • Onbereikbaar: Na de eerste waarnemingen met Hubble bleek dat er een probleem was met de eerste spiegel van de telescoop. Hubble draait rondom de aarde op een afstand van 570 kilometer waardoor de telescoop nog bereikbaar was voor astronauten om in de ruimte Hubble te repareren. Voor Webb zal dit niet meet een mogelijkheid zijn. Webb vliegt naar het L2-punt die zich op 1.5 miljoen kilometer bevindt van de aarde in lijn met de Zon. Dit is bijna 4 keer de afstand van de aarde tot de Maan. Terwijl Webb in slechts 3 dagen de afstand tot de Maanbaan aflegt, zal het 30 dagen duren voordat Webb het L2-punt bereikt. Dit betekend dat de telescoop met de huidige technologie niet meer te bereiken is.


Voor vele sterrenkundigen worden de waarnemingen van de James Webb-ruimtetelescoop erg belangrijk. Zelf ben ik voornamelijk geïntereseerd in de zoektocht naar bouwstenen van leven elders in het heelal. Webb zal ons meer vertellen over de atmosferen van buitenaardse planeten die rondom andere sterren draaien. In deze atmosferen zijn we bijvoorbeeld op zoek naar ondere andere water, zuurstof, ozon, methaan, fosfine, en voornamelijk combinaties van deze atmosferische gassen. Met specifieke combinaties zoeken we naar leven zoals we dat op onze aarde kennen.

31 december, 2021


Draw211231

Berichten van november 2021

Eureka!

Leiden, Nederland

Eenvoudigheid ligt verborgen in chaos, en het is aan ons om het te ontdekken.



De afgelopen maand ben ik weer verdwenen in het optische lab op de universiteit. Hier staat naast Treepol1 en een gezellige plastic kerstboom namelijk ook het instrument waar ik op dit moment onderzoek naar doe. Deze noemen we de "Life Signature Detection Polarimeter", ook wel LSDpol. Dit is een spectropolarimeter die (de naam zegt het al) de polarisatie van licht over een spectrum meet, dus de polarisatie van specifieke "kleuren" van het inkomende licht).

Het bijzondere aan LSDPol is dat dit de eerste spectropolarimeter is die op het zelfde moment meet hoeveel procent van het inkomende licht linear of circulair gepolariseerd is, zonder dat het instrument bewegende onderdelen bevat. Dit is erg belangrijk als we een instrument willen ontwerpen die mogelijk met een raket de ruimte ingestuurd kan worden. Bij dit principe komen alleen veel dingen kijken. Gezien ik tot nu toe nog niet zo veel vertelt over de instrumentatie kant van mijn onderzoek vind ik het leuk om daar met de komende posts eens even wat verandering in te brengen.

Voordat ik meer kan uitleggen over het design van en metingen gedaan met LSDPol , begin ik met een klein beetje theorie over licht. Vandaag introduceer ik het concept van een belangrijk natuurkundig effect waar je rekening mee moet houden tijdens het ontwerpen en bouwen van optische instrumenten.



Fresnel diffractie • De voortplanting van lichtgolven na een opening

In 1801 toonde Young's tweespletenexperiment aan dat licht zich soms als een golf gedraagt, wat geheel tegen Newton's deeltjestheorie in ging. Tot de dag vandaag is dit experiment een klassiek praktikum voor Natuurkunde studenten, zo dus ook voor mij. In het experiment schijn je een lichtbron door een enkele spleet. Het is van belang dat het licht van de lichtbron ruimtelijk samenhangende is. Dit noemen we in de natuurkunde ook wel coherent. Bij coherent licht kan je denkeen aan:
  1. laserlicht: licht dat bestaat uit één golflengte, dus "één kleur" heeft, òf
  2. zonlicht: licht dat wel uit meerdere golflengtes bestaat maar waarbij de zogenaamde lichtfase van alle verschillende golflengtes wel hetzelfde is.
Young maakte in zijn experiment gebruik van zonlicht. Het zonlicht scheen door de enkele spleet op twee spleten die het zonlicht brak. Dit zorgde ervoor dat er op de plekken waar de lichtbundels overlappen er interferentie banden ontstonden. Maar helaas was Newton's influence op dat moment zo groot waardoor het nog even duurde voordat de wetenschappelijke samenleving de theorie van "lichtgolven" accepteerde.

Op basis van een theorie die Christiaan Huygens had bedacht, stelde Augustin Fresnel een wiskundig model voor die de verspreiding van de lichtstralen kon beschrijven. In 1808 was Fresnel een deelnemer voor een wetenschappelijke wedstrijd die zich bezig hield met de zoektocht naar een wiskundige beschrijving van diffractieverschijnselen. Deze verschijnselen waren te zien in de schaduw van een cirkelvormig scherm wanneer deze in een lichtbundel gezet werd. Een van de juryleden, Siméon Poisson, voorspelde dat volgens de theorie van Fresnel er in het midden van de cirkelvormige schaduw, een heldere vlek zou ontstaan met dezelfde lichtsterkte als de lichtstralen die op het scherm vielen. Kort daarna werd dit experiment uitgevoerd door François Arago, een ban de andere juryleden. Het experiment liet inderdaad zien dat er op een afstand van het scherm een heldere stip verscheen. Dit bevestigde de theorie van Fresnel. Deze heldere stip wordt nu de Poisson, Arago of Fresnel punt genoemd.

Nou, waarom vertel ik dit verhaal over Fresnel en Fresnel's theorie? Naast dat ik Fresnel erg bewonder om het theoretisch en experimenteel bestuderen van het gedrag van licht (eigenlijk wat ik ook doe met mijn instrumenten), ben ik er net achter gekomen dat ik voor het begrijpen van mijn instrument me ook verder moet gaan verdiepen in de Fresnel theorie. Waarom deze theorie zo belangrijk is zal ik in de volgende post uitleggen. Stay tuned!

1 TreePol is een van de instrumenten die ik gebruik in mijn zoektocht naar signalen van leven op Aarde. Het design van TreePol is gemaakt met het doel om zo nauwkeurig mogelijk te meten hoeveel procent van een lichtbundel circulair gepolariseerd is. De moleculen in planten produceren dit circulaire polarisatie signaal wanneer licht reflecteert op het oppervlakte van de bladeren.

29 november, 2021


Draw211128

Kennis doorgeven is een ware kunst

Leiden, Nederland

Als je iets niet simpel kunt uitleggen, dan snap je het niet goed genoeg. A. Einstein.



Ready, stage, go! De afgelopen weken was ik super blij om weer vier presentaties te hebben mogen geven over mijn grote hobby sterrenkunde en "het leven in het Universum". Vol enthousiasme (en ook een beetje plankenkoorts) stond ik voor vier diverse groepen over mijn onderzoek te vertellen. Twee vonden plaats in een klaslokaal, eentje vond plaats op een poppodium en de laatste zelfs in een bar! Maar wat heeft dit nou te maken met de uitspraak van Albert Einstein in de titel van deze blog?

De uitspraak beschrijft goed wat mijn insteek is als ik iets wil uitleggen, hoe ik me voorbereid op verschillende praatjes en hoe beslis over waar ik precies over ga praten. Ik altijd antwoord kunnen geven op de volgende vragen: "Waar ben ik enthousiast over op het moment?", "Hoe lang heb ik om hierover te vertellen?", "Wat weet mijn publiek over het onderwerp?", maar voornamelijk: "Wat wordt mijn take-home message?"

"Alles moet zo eenvoudig mogelijk worden gemaakt, maar niet eenvoudiger" aldus A. Einstein.1 Soms zit ik naar een presentatie te kijken en gaat alle informatie het ene oor in en het andere oor uit. Aan het einde van het praatje stel ik nog een vraag en krijg ik een antwoord die voor mij nog verwarrender is dan de presentatie. Voor mij persoonlijk is het altijd de kunst om de dingen over te dragen door ze zo eenvoudig mogelijk maken zonder hun essentie te verliezen of te beïnvloeden. Aan het einde van mijn praatje wil ik een deel van mijn kennis overgedragen hebben. Als wetenschapper durf ik te zeggen dat een grote angst van sommige wetenschappers is dat wanneer een moeilijke theorie te veel vergemakkelijkt wordt, datgene wat je zegt niet meer helemaal precies klopt. Daarnaast is er een angst dat je 'minder slim' overkomt dan dat je bent, omdat alles wat je vertelt 'eenvoudig' is. Zo kwam een leerling na de presentatie naar me toe, om mij te vertellen dat hij/zij nooit sterrenkunde zou gaan studeren. Dat was te makkelijk voor hem/haar. Een goede balans waarbij het publiek je presentatie begrijpt, maar deze niet te eenvoudig is, is dus cruciaal.

In de laatste twee weken kwam ik bij het voorbereiden van mijn praatjes nog een mooie theorie tegen, waarbij ik weer ging nadenken over de quote van Einstein. Deze theorie staat ook wel bekend als de "IJsbergtheorie".
Draw211102.1 De kracht van het weglaten - IJsbergtheorie • De dichtheid van ijs is ongeveer 10% kleiner dan de dichtheid van water. Hierdoor blijven ijsbergen (deels) drijven op het water. Het grootste deel van de berg ligt onder het water. We zien dus alleen maar een klein deel van het ijs. De Amerikaanse schrijver Ernest Hemingway beschreef zijn manier van schrijven met het principe van een ijsberg.

Ernest zegt dat hoewel je als lezer alleen het topje van de ijsberg kan zien, je toch ook weet dat er nog veel ijs (kennis) is die het topje ondersteunt. Hij noemt dat wanneer een schrijver de ijsberg nog iets dieper in het water laat zakken, de ijsberg een nog steverige ondersteuning krijgt. Alleen wanneer een schrijver iets weglaat omdat hij de kennis niet heeft, zit er een gat in de ondersteuning wat het verhaal niet ten goede doet.

Ik durf mijn manier van presenteren ook te vergelijken met deze ijsbergtheorie. Wanneer ik een presentatie geef voor een publiek laat ik ook alleen het topje van de ijsberg zien. Voor mij is het belangrijk dat als ik het over een onderwerp heb ik ook het ijs onder water (de kennis) kan laten zien wanneer ik er vragen krijg. Mijn eigen variatie op Ernest's ijsbergtheorie dus.

Belangrijke les 5: Bedenk voor het maken van een presentatie hoe groot "de ijsberg" is die je wilt laten zien. Alleen wanneer je een duidelijk beeld hebt van de hele berg kan je gaan nadenken over wat het topje van de ijsberg is.

1 Deze quote van Albert Einstein is meerdere malen besproken. Wetenschappers wete niet zeker of hij dit wel precies op deze manier heeft gezegd. Men denkt dat het een geïnterpreteerde samenvatting was van een van de uitspraken in zijn les in 1933. Hier noemde hij dat "het nauwelijks kan worden ontkent dat het hoogste doel van alle theorie is de onherleidbare basiselementen zo eenvoudig en zo weinig mogelijk te maken zonder de adequate weergave van een enkel ervaringsgegeven te moeten opgeven". Een hele mond vol dus!

2 november, 2021


Draw211102

Berichten van oktober 2021

Corona virus vs. IJs Kristallen

Leiden, Nederland

Je kan niet ontkomen aan de aërosolen



De COVID-19 aërosolen verdwijnen langzaam maar zeker uit de lucht en daarmee begint het sociale leven weer op gang te komen. Zeker nu is het voor mij van belang om de mooie gewoontes die we tijdens de quarantaine ons hebben aangeleerd ook in stand te houden. Tijd voor een nieuwe (science) blog dus!

Sinds de blog van juni heb ik zeker niet stil gezeten. In juli heb ik het voor elkaar gekregen om een proceedings paper te schrijven voor een instrumentatie conferentie die in San Diego, California zou plaatsvinden. Deze SPIE conferentie, Society of Photographic Instrumentation Engineers, richte zich op polarisatie instrumenten en remote sensing. Later zal ik hier nog wel meer over vertellen!

Op het moment, zoals de tekening van deze blog laat zien, ben ik begonnen met een onderzoek naar (de verstrooiing van licht door) ijs kristallen. Maar waarom ijs, en wat heeft dat te maken met mijn zoektocht naar "biosignatures" en modellen van een Aarde buiten ons zonnestelsel?

Nou... Niet alleen is het bekijken van mooie ijskristallen een prachtige bezigheid, maar naast het feit dat je eindeloos kan staren naar de oneindige verschillende vormen en structuren zijn ze erg belangrijk in bijvoorbeeld klimaat studies. De effecten van ijs in de atmosfeer is nog steeds erg onzeker en kunnen mogelijk zorgen voor grote veranderingen in de temperatuur van een planeet, zo dus ook onze Aarde. Nou vind ik het klimaat ook erg belangrijk, maar ik ben meer nieuwsgierig naar hoe licht verstrooit wordt door ijskristallen. De verstrooiing eigenschappen van ijs hangen sterk af van de vorm en de grootte van de individuele kristallen. Zo zullen bijvoorbeeld vele kleine kristallen meer zonlicht weerkaatsen dan minder grote kristallen. In veel modellen nemen onderzoekers aan dat de ijskristallen eruit zien als een zeshoek. Met deze vorm kunnen we gemakkelijker berekeningen doen hoe licht verstrooit wordt alleen weten we eigenlijk wel zeker dat de aanname niet volledig correct is. Als alle ijskristallen die zich in de atmosfeer bevinden een zeshoekige vorm zouden hebben, zouden we namelijk veel vaker halos zien.

Belangrijke les 4: Probeer niet in het Nederlands te googelen naar "ijs halo". Je komt alleen maar fotos van (heel lekker) softijs in bekers tegen.

IJs halos zijn prachtige optische effecten die ontstaan door de breking van het zonlicht. Er zijn verschillende soorten halos die kunnen ontstaan. De bekendste ijs halo is de 22° halo. Deze verdient zijn naam aan het feit dat de straal van de cirkel 22° is met de lichtbron die zich in het midden van de cirkel bevindt.

Oke, ik dwaal al af van het onderwerp, want waarom zijn ijskristallen nou zo belangrijk voor mijn onderzoek? Onze aardatmosfeer bevat vele dunne ijswolken die het zonlicht op een andere manier verstrooien dan de bolvormige (vloeibare) water wolken. Als ik wil onderzoeken of ik de signalen van leven op Aarde kan meten door de wolken heen moet ik dus ook weten wat het effect is van ijswolken boven het aardoppervlak. Daar ben ik dus nu mee bezig. De komende maanden zullen er dus nog updates volgen over mijn nieuwe passie: ijs kristallen.

10 oktober, 2021


Draw211010

Berichten van juni 2021

Ken jij vloeibare kristallen? Nou, je kijkt er elke dag naar!

Leiden, Nederland

Vloeibare kristallen in jouw televisie, en in mijn optische instrumenten



De eerste keer dat ik het begrip: 'vloeibaar kristal' hoorde, dacht ik aan een soort pan op een heel heet vuur waarin kristallen gesmolten werden. Vloeibaar is vloeibaar, toch? Nou, niet helemaal. De moleculen in vloeibare kristallen zijn wel in staat om te vloeien, maar zijn tegelijkertijd ook geordend en georiënteerd ten op zichte van elkaar. Dit betekend dat als we het kristal van de voorkant bekijken, het andere eigenschappen heeft dan als we deze van de zijkant bekijken. De geordende richting van de moleculen kunnen we veranderen door een elektrische spanning door het kristal te sturen of ze bloot te stellen aan licht of warmte. Hiermee kunnen we optische eigenschappen van het kristal veranderen. Een belangrijke eigenschap is bijvoorbeeld de brekingsindex1 die afhangt van de polarisatie eigenschappen van het kristal.
Draw210627.1 Dubbele breking • Er zijn materialen die licht beïnvloeden met een optische eigenschap die we birefringence noemen. Birefringence, ook wel vertaald als dubbele breking, is de eigenschap waarbij de brekingsindex van een doorzichtig materiaal afhangt van van de polarisatie richting. Een ongepolariseerde lichtbundel dat op het materiaal valt wordt gesplitst in twee gepolariseerde lichtbundels die hun polarisatie richting loodrecht op elkaar hebben staan, bijvoorbeeld horizontaal en verticaal. Christiaan Huygens, een bekende Nederlandse sterrenkundige uit de 17e eeuw, beschreef dit fenomeen toen hij onderzoek deed naar de dubbele breking van licht in een kristal genaamd calciet.

Waarom vertel ik jullie nou over vloeibare kristallen en deze birefringence eigenschap. Nou om te beginnen, is het een leuk weetje dat je (bijna) elke dag naar deze vloeibare kristallen kijkt! De afkorting lcd staat namelijk voor liquid-crystal display. De kristallen in de pixels van het scherm zorgen ervoor dat we met een stroompje pixels gemakkelijk uit en aan kunnen zetten.

In mijn onderzoek maak ik ook gebruik van vloeibare kristallen. Niet alleen zit ik ook veel achter een computerscherm, maar ze zijn ook verwerkt in onderdelen van de instrumenten die ik gebruik voor mijn onderzoek: Treepol en LSDpol. In deze kristallen kunnen we birefringence gebruiken om inkomende polarisatie signalen te veranderen. Zo kunnen we bijvoorbeeld linear gepolariseerd licht naar elliptich gepolariseerd licht transformeren. Binnenkort zal ik meer vertellen over hoe we deze kristallen ook heel goed kunnen gebruiken zonder gebruik te maken van elektriciteit. Dit is namelijk erg belangrijk voor optische instrumenten die we bijvoorbeeld naar de ruimte willen sturen.

1 De brekingsindex van een materiaal geeft aan hoeveel licht afbuigt wanneer het door het grensvlak van twee verschillende materialen reist. De grootte van de brekingsindex hangt niet allen af van het materiaal, maar ook van de golflengte (ook wel 'kleur') van het inkomende licht. Met het principe dat verschillende kleuren verschillend afbuigen, kan je bijvoorbeeld beschrijven waarom we met een prisma wit zonlicht in verschillende kleuren kunnen splitsen.

27 juni, 2021


Draw210627

Berichten van mei 2021

Did you try to turn it off and on again?

Leiden, Nederland

Geen paniek! Trust me, I am an engineer, or... am I?



Vorige week ben ik weer eens lekker aan de slag geweest in het lab. Binnenkort wil ik graag wat metingen buiten doen, om mijn zoektocht naar leven te kunnen beginnen. Alleen zijn er nog een paar technische dingen die mij tegen houden.

Een van de instrumenten waarmee ik werk heet TreePol en meet circulaire polarisatie. Deze staat van polarisatie wordt onder andere gecreëerd door de homochirale eigenschap van chlorofyl (in groene bladeren). Het instrument is een spectropolarimeter. Het meet polarisatie over een spectrum, zoals het woord spectropolarimeter al een beetje verraadt. Het kijken naar het polarisatie signaal over een breder golflengte gebied is belangrijk. De chlorofyl moleculen in bladeren reageert het sterkst op licht wanneer deze een golflengte heeft van rood licht, rond de 680 nm. Hierdoor wordt een deel van het zonlicht dat de moleculen raakt circulair gepolariseerd. Dit signaal is erg klein (~ 1/10 van een procent!) maar groot genoeg om te kunnen vertellen of een blaadje leeft of stervende is.

Maar hoe kan TreePol deze (circulaire) polarisatie staat van lichtgolven meten? In optica hebben we optische elementen die de elektrische richting van licht vertragen, zogeheten retarders. Hiermee kunnen we van circulaire polarisatie linear maken, en andersom. Hieronder vind je meer informatie hierover!

Draw210520.1 Het principe van Treepol • meten door te veranderen

Door ongepolariseerd licht door (transmissie) of op (reflectie) een klimop blad te schijnen activeren we als het ware deze eigenschap van chlorofyl. We richten TreePol op het blad en het licht wat nu deels circulair gepolariseerd is valt op het instrument.

  1. Aan de voorkant zit een half-wave plate die we met een motor super snel laten ronddraaien. Alleen licht dat circulaire gepolariseerd is kan zich hier doorheen bewegen, waardoor dit signaal in treinvaart ons instrument binnen komt.
  2. Daarna komt het licht een Fresnel romb tegen. Dit is ook een vertrager die het licht twee maal, als een soort brug, met 1/8 golflengte vertraagd. Hiermee wordt in totaal de golf met een kwart golflengte vertraagd waardoor het circulaire signaal in lineair veranderd.
  3. Een ferro-elektrisch vloeibaar kristal functioneert als een soort stoplicht die we met elektriciteit kunnen besturen. Als hij op rood staat veranderd hij het inkomende signaal op precies de tegenovergestelde manier dan wanneer het stoplicht op groen staat. Als gevolg, komt er een verticaal of een horizontaal lineaire gepolariseerd signaal uit.
  4. Als laatste hebben we een polariserende lichtbundel-splitser die als een soort trein wissel de verticale en horizontale twee verschillende kanten opstuurt.
Aan beide 'spooreinden' plaatsen we een spectrometer die het verticale en horizontale signaal meet. Hierna kunnen we met wiskundige berekeningen nagaan hoeveel circulaire polarisatie ons instrument binnen kwam! Slim toch!

Volgens het Cambridge woordenboek is de definitie van een engineer een persoon wiens werk bestaat in het repareren of controleren van machines, motoren of elektrische apparatuur. Het werkwoord engineeren betekend iets ontwerpen en bouwen volgens wetenschappelijke principes. Online vond ik ook nog wat begrippen die voor mij wel eens toepasbaar zijn. Zo ben ik wel eens een persoon die zeer goed in staat is problemen op te lossen waarvan ik niet wist dat ik ze had.

1 Zie mijn blog van 21 maart voor een uitleg over homochiraliteit.

20 mei, 2021


Draw210520

The Beetles

Leiden, Nederland

"When the night is cloudy there is still a light that they will see"



Ja, ik weet dat deze zin niet gezongen wordt in "Let it be", maar wow, wat past deze mooi bij mijn gedachten. Afgelopen week mocht ik twee presentaties geven om algemeen publiek en collega's wat te vertellen over mijn onderzoek. En ik moet bekennen: bij het voorbereiden van deze praatjes word ik altijd weer super enthousiast over mijn onderzoek!

Neem bijvoorbeeld het concept van homochiraliteit: de links of rechts-handigheid van moleculen die kenmerkend zijn voor leven. In mijn blog van 21 maart leg ik uit dat we op zoek zijn naar ondubbelzinnige tekenen van leven, waarvan homochiraliteit centraal staat in mijn onderzoek.

Tijdens mijn presentatie leg ik het principe van homochiraliteit uit met een groen glimmende kever. Kevers zijn namelijk 100% homochiraal. Wanneer zonlicht op hun huid schijnt, wordt het gereflecteerde licht 100% links circulair gepolariseerd. Dit maakt dat we als we door een 3D bril naar de kever kijken, met één oog een groene en met één oog een pikzwarte kever zien! Gaaf toch!

Naast dit fenomeen staan ook niet groene kevers in verbinding met de sterrenkunde. Afrikaanse mestkevers bestuderen de hemel gedurende de nacht. Ze navigeren zichzelf namelijk met de maan en bij een bewolkte hemel met de polarisatierichting van het maanlicht. Maanlicht is gereflecteerd zonlicht, dus overdag doen ze hetzelfde maar dan met de Zon! Hierdoor weten ze altijd hun weg te vinden.

"When the night is cloudy there is still a light that they will see", the Beetles dus.

10 mei, 2021


Draw210510

Wetenschap: meer dan alleen een puzzel oplossen

Leiden, Nederland

Meer dan helft van het process is het daadwerkelijk zoeken en sorteren van de puzzelstukjes



Iedereen die wel eens puzzelt kent de volgende techniek. Je puzzel is vierkant. Eerst zoek je de vier hoekjes op. Ze zijn gemakkelijk te herkennen en het vormt een begin beeld van je oriëntatie van de puzzel die voor je ligt. Daarna zorg je voor de fundering, de zijkanten. De zijkanten vertellen je wat over de grootte van de taak voor handen. Daarna begin je met het sorteren van de kleuren. Dit is het taaie en minst interessante proces. Je bent niet bezig met bouwen, maar aan het voorbereiden. Wel weet je dat nadat je al deze tijd hebt gestoken in dit voorbereidende werk, je minder tijd kwijt zal zijn aan zoeken van de stukjes. Ineens kan je veel meer stukjes aan één stuk door aanleggen.

Als je het volgende niet herkent met puzzelen, dan wellicht wel met het bouwen met LEGO of zelfs bij het in elkaar zetten van een IKEA bouwpakket. Je wilt er niet achterkomen dat dat bij de laatste paar onderdelen er toch een stukje van de puzzel ontbreekt.

Mijn model van de Aarde is op dit moment ook een grote puzzel. Ik ben aan het kijken naar 287 unieke combinaties van oppervlaktes en wolken over een bereik van 209 golflengtes. Als ik dan nog de 4 verschillende fase hoeken meeneem, kom ik uit op zo'n 240 duizend stukjes1! Dat is een ernorme puzzel. Nu kan je jezelf misschien ook wel voorstellen dat ik tot begin afgelopen weekend nog niet doorhad dat ik nog 40 duizend stukjes miste. Gelukkig heb ik deze vandaag allemaal gevonden! Nu is het tijd voor de laatste stappen.. Eerst een programma schrijven zodat mijn computer deze puzzel voor mij kan oplossen en daarna het belangrijkste voor een wetenschapper: Het begrijpen wat er precies op de puzzel is afgebeeld.

Oh, ik ben het even vergeten.. Had ik je al verteld dat ik nog minstens twee van deze puzzels moet oplossen?

1 Voor één puzzel is ongeveer 3,5 TB aan dataopslag nodig.

3 mei, 2021


Draw210503

Berichten van april 2021

Programmeren gaat niet om wat je al weet, maar wat je te weten kan komen

Leiden, Nederland

Murphy's Law: Alles wat mogelijk fout kan gaan, gaat fout.



Drie maanden. Negentig dagen. Eenentwintighonderd en zestig uren. Honderdnegenentwintigduizend zeshonderd minuten. Ook wel 7.776.000 seconden van continue code uitvoeren, voordat ik er achterkwam dat er één (1) fout(je) in mijn code stond. Helaas kan ik de code opnieuw uitvoeren. "Maar", zeg ik glimlachend met gekromde tenen tegen mezelf, "Ik zal nooit meer het belang van een correcte data type vergeten!"

Programeren is is gebaseerd op een simpel concept: De computer doet precies wat je zegt dat het moet doen. Alleen is het niet zo gemakkelijk als een vraag stellen aan Siri, Google of Alexa. Maar als we niet kunnen praten, hoe laten we dan een computer iets voor ons doen?

Als programmeur schrijven we een eindige reeks van instructies om vanuit een begin toestand naar een eind doel toe te werken. Deze instructies noemen we ook wel een algorithme of programma en worden genoteerd in een teksteditor. Een algemene teksteditor die veel mensen gebruiken is Microsoft Word. Alleen deze is niet aan te raden voor programmeren! Zelf gebruik ik de teksteditors PyCharm en BBEdit. Maar gewoon een instructie schrijven is niet genoeg. Om met een computer te kunnen communiceren moeten we het in een bepaalde taal schrijven. Een computer begrijpt net zo veel van een keurige Engelse tekst als ik van Hebreeuws, niets dus. Net zoals we op de wereld vele verschillende talen hebben, zijn er ook voor computers meerdere talen beschikbaar. Bekende en veelgebruikte talen zijn Python, Java(Script), C(++) en R. Zelf schrijf ik programma's in Python programmeertaal en ook nog in een taal die wat ouder is: Fortran.

Nou, en wat daarna? We hebben een instructie, maar hoe geven we die aan de computer? Voor programmeren in Python is dit erg simpel. Python-code wordt direct geïnterpreteerd door een Python-interpreter waarmee we het programma uitvoeren. De andere talen hebben een compiler nodig. Een compiler is een programma dat de programmeertaal direct omzet in machinecode, die rechtstreeks kan worden uitgevoerd door de processor van de computer. Doordat er geen extra interpreter tussen de code en het uitvoeren staat, is het werken met gecompileerde code sneller.

Waarom werken we dan niet allemaal met gecompileerde code. Nou, het schrijven van deze code is iets wat ingewikkelder. Zo moet je bij elke variabele aan het begin van een programma aangeven welke type deze heeft (string, integer, float) en hoeveel geheugen je gaat gebruiken om deze variabelen op te slaan. Daarnaast kunnen we gecompileerde code niet lezen: Alleen de code die we door de compiler laten compileren is 'human readable'.

"Elk voordeel heb z'n nadeel", zelf denk ik dat een kennis van meerdere talen altijd van pas kan komen. Net zoals op de wereld, je weet maar nooit wat je te wachten staat en waar je terecht komt, maar je wilt altijd een klein beetje voorbereid zijn.

24 april, 2021


Draw210424

De polarisatie van licht: meer dan alleen een intensiteit

Leiden, Nederland

Wat is polarisatie van licht en wat hebben zonnebrillen hiermee te maken?



Deze afgelopen weken ben ik bezig geweest met het calibreren van een polarimeter. Zoals de naam het zegt meet het instrument polarisatie. Maar wat is polarisatie precies?

We beschrijven licht in drie variabelen: de lichtsterkte, de kleur en de polarisatie. De lichtsterkte vertelt ons de grootte van amplitude. Dit noemen we ook wel de intensiteit. Intensiteit is de eigenschap die we meten met camera's. De camera geeft de intensiteit in een eenheid van counts die wij dan weer omzetten in een andere eenheid: bijvoorbeeld flux. De kleur van licht wordt bepaalt de golflengte van het licht1. Deze golflengte is niet direct te meten. Wat ik hiermee bedoel is dat we niet direct kijken naar het licht op een detector maar (in het geval van golflengte metingen) naar diffractie patronen kijken. Tenslotte hebben we nog de polarisatie, ofwel de trillingsrichting van het licht die altijd loodrecht op de voortplantingsrichting staat. Met meten van polarisatie is dus het meten van deze trillingsrichting. Of net iets beter gezegt: het meten van het percentage golven die deze zelfde richting hebben.

Maar hoe kan je deze trillingsrichting meten? Net zei ik nog dat detectoren in cameras alleen intensiteit kunnen meten. Om dit concept uit te leggen geef ik hieronder het voorbeeld van een polaroid zonnebril en een 3D bril.

Draw210410.1 Een polaroid zonnebril vs. een 3D bril • Het moduleren van lichtstralen.

Zonlicht bestaat uit een bundels van lichtstralen die allemaal verschillende trillingsrichtingen hebben. Doordat er geen voorkeur is voor een richting noemen we dit licht ook wel ongepolariseerd licht. Lichtstralen van lampen zijn ook ongepolariseerd. Daar in tegen, laser licht is vaak gepolariseerd. Dit betekend dat de trillingsrichtingen van laser licht dus wel een voorkeur voor een trillingsrichting hebben. Deze voorkeur kan zorgen voor linear, circulair en elliptisch gepolariseerd licht. Meestal is het licht van lasers linear gepolariseerd. Ook in de natuur is linear gepolariseerd licht de meest voorkomende soort gepolariseerd licht.

Maar wacht eens even.. Net zeiden we dat zonlicht ongepolariseerd was? Hoe wordt (zon)licht gepolariseerd? Zoodra het licht van de zon de atmosfeer binnenkomt hebben de golven nog een willekeurige trillingsrichting. In de atmosfeer kan het licht verstrooit (weerkaatst) worden door te botsen met moleculen in de lucht, water en kleine stof deeltjes (aerosolen). Deze verstrooiing wordt ook wel Rayleight verstrooiing genoemt. Rayleight verstrooiing zorgt er voor dat een deel van het licht gepolariseerd wordt. Wanneer de zonnestralen vlakke oppervlaktes, zoals water, sneeuw en ijs op het aardoppervlak, wordt deels het licht horizontaal (linear) gepolariseerd. Dit zien we met onze ogen als een verblindende schittering. Polaroid zonnebrillen hebben een filter voor deze horizontale lineare polarisatie. Dit maakt dat de zonnebrillen het zicht verbeteren en vermoeide ogen voorkomen op zonnige dagen.

Maar wat heeft een 3D bril dan met polarisatie te maken? Een 3D bril gebruikt polarisatieglazen om een illusie van 3D beeld te creëren. Elk glas bevat een verschillend polarisatiefilter. Elk filter laat alleen het licht door dat op één manier gepolariseerd is. Licht dat in de tegenovergestelde richting is gepolariseerd wordt dus tegengehouden. Dit zorgt ervoor dat beide ogen een ander beeld zien van hetzelfde object. Onze twee ogen denken deze twee beelden vanuit twee verschillende posities te zien, zogenaamde schijnposities. De combinatie van het zien van een beeld uit twee posities leidt tot een illusie van een 3D beeld.

Hou de blog in de gaten! Binnenkort vertel ik meer over hoe ik polarisatie wil gaan meten! 1 Zie mijn blog van 19 januari voor een uitleg over zonlicht en golflengtes.

10 april, 2021


Draw210410

Berichten van maart 2021

Collega's ontmoeten tijdens een pandemie

Leiden, Nederland

Samenwerken aan projecten op het snijvlak van aardwetenschappen en astronomie



Als wetenschapper is het super belangrijk om te blijven samenwerken met andere wetenschappers uit je gebied. Als er meerdere wetenschappers samen aan een overkoepelend doel werken wordt dit soms ook wel een wetenschappelijk netwerk genoemd. Mijn project valt onder een programma: het PEPSci programma.

PEPSci • Pepsi (cola) staat in Nederland bekend als een lekkere frisdrank. Dit lijkt heel erg op de naam: PEPSci, een wetenschapsprogramma dat in de Nederlandse sterrenkunde een hele andere betekenis heeft: "Planetary and Exoplanetary Science". Het initiatief van het interdisciplinaire PEPSci programma starte in 2013. Het is een samenwerkingsverband waar wetenschappers hun kracht en kennis bundelen. Zij bevinden zich op het snijvlak van de aardwetenschappen, planetaire geologie, astronomie en chemie. Onze projecten zijn grofweg onderverdeeld in twee themas: Er zijn twee thema’s: "Bouwstenen van leven: van schijven naar exoplaneten", en: "Aardachtige planeten: van botsende kiezelsteentjes tot dynamische exoplaneten".

Afgelopen vrijdag heb ik kennis mogen maken met Christiaan, Elina, Orr, Tara en Vivian. Zeer binnenkort zal ik ook Alexandra en Mark online ontmoeten. (Eigenlijk ken ik Mark toevallig al van mijn studie Sterrenkunde in Groningen!) Samen zijn wij de acht enthousiaste PhD kandidaten die de komende 3,5 jaar samen gaan kijken naar hoe planeten (zijn) ontstaan, hoe we deze kunnen observeren en (voor mij van belang) wat signalen zijn van mogelijk leven op deze planeten. Zin in!

Momenteel zijn we bezig met een website opzetten en daarnaast contact leggen met onze voorgangers!

28 maart, 2021


Draw210328

Het raadsel van de eenhandigheid van leven

Leiden, Nederland

Het zoeken naar ondubbelzinnige tekens van leven



Ondanks we midden in de COVID-19 pandemie zitten, gaat er elke week een wereld voor me open. Ik kom er steeds meer achter hoeveel verschillende wetenschappen elkaar helpen in het beantwoorden van belangrijke onderzoeksvragen. Zeker als we het hebben over de definitie van leven zijn er over alle wetenschappen vele beschrijvingen te vinden. Samen hopen die een antwoord te kunnen geven op de vraag: "Wat is leven?". Deze week ging ik me meer verdiepen in de biologie en scheikunde van 'het leven'.

Vorige week heb ik verteld welke signalen van leven we op Aarde kunnen herkennen als we vanuit de ruimte naar de Aarde kijken. Met behulp van satellieten vinden we gassen in de atmosfeer, water en vegetatie op het aardoppervlak en over een langere tijd kunnen we de effecten van seizoenen en zelfs veranderingen in het klimaat herkennen.

We zijn opzoek naar planeten die deze zelfde (bio-)signalen van leven geven. Echter ontbreekt in dit lijstje nog één belangrijk en ondubbelzinnig1 teken van leven: HOMOCHIRALITEIT.

Draw210323_2

HOMOCHIRALITEIT • de links of rechts-handigheid van moleculen die kenmerkend zijn voor leven.
Als je naar je handen kijkt zie je dat je linker hand het spiegelbeeld is van je rechter hand. Zo lijken je handen er hetzelfde uit te zien. Echter, wanneer je jouw twee handen op elkaar legt zie je dat de twee totaal verschillend zijn. Het zal je niet lukken om de twee spiegelbeelden op elkaar te leggen zodat je twee linker of twee rechter handen krijgt. (Ik zeg wel vaak dat ik twee linker handen heb, omdat ik erg onHANDig kan zijn). Objecten die niet op hun spiegelbeeld gelegd kunnen worden noemen we Chiraal. Dit staat ook wel bekend als asymmetrie. Soms is er echter wel een voorkeur voor een van de twee spiegelbeelden. Als we kijken naar mensen blijkt bijna 88% de rechterhand als schrijfhand te gebruiken. Vanuit origine is er net zoveel 'kans' dat dit de linkerhand was geweest. Dit specifieke voorbeeld hangt af van vele kleine genetische en andere invloeden.

Om asymmetrische, chirale moleculen te onderscheiden zeggen we ook dat ze links of rechts-handig zijn. Vanuit de theorie zou de kans op links en rechts-handige moleculen even groot moeten zijn. Alleen blijkt uit onderzoek dat bijna alle chirale moleculen in levende organismen in slechts één vorm gevonden worden. Uitsluitend links of uitsluitend rechts-handig. Zo zijn de suikers die we vinden allemaal rechtshandig, aminozuren en proteïnen linkshandig en DNA draait altijd rond in rechtshandige helices.

In de tekening hierboven vindt je een voorbeeld van het glucose molecuul, wat beter bekend staat als suiker. In het lab kunnen we met behulp van chemische processen suiker maken. Deze suiker zal op basis van kansberekeningen bestaan uit 50% links-handig (L-glucose) en 50% rechts-handig (D-glucose, ook wel dextrose). Ondanks dat L-glucose en D-glucose 'gewoon' elkaars spiegelbeeld zijn, zijn ze toch heel anders. Ons lichaam kan namelijk niets met de links-handige suikers. L-glucose proeft net zo zoet als D-glucose, maar we kunnen er geen calorieën uit halen. Het molecuul kan schade aanrichten aan je lever, maar ook opgeslagen worden in je darmen waar het voor fermentatie kan zorgen. Niet goed dus. Maar, wees maar niet bang: het leven op Aarde zorgt goed voor ons! ALLE SUIKERS die we in de natuur vinden zijn enkel D-glucose. Deze suikers worden in ons lichaam omgezet in energie. Elke cel van het menselijk lichaam heeft deze energie nodig om de metabolische functies uit te voeren die het leven ondersteunen. Daarom zien we het het bestaan van enkel rechtshandigheid van suikers in de natuur één van de tekenen van leven.

1 Ondubbelzinnig wil zeggen dat als we dit vinden, er geen andere verklaring is dan dat er leven aanwezig is!

21 maart, 2021


Draw210323

Mijn onderzoek: zoektocht naar signalen van leven

Leiden, Nederland

Mijn eerste evaluatie moment - mijn eerste presentatie



Belangrijke les 3: Wees niet bang voor evaluatie momenten in je leven. Een moment van (zelf)reflectie kan zorgen voor een beter beeld wat je wilt bereiken en wat je moet doen om daar te komen.

Whouw! Iedereen kent het wel, die laatste 5 minuten voor je begint met een presentatie.. "Heb ik het wel goed voorbereid?" "Snap ik de stof goed genoeg?" "Welke vragen gaan ze stellen?" Alle vragen en gedachtes die door je hoofd dansen.

Afgelopen maandag gaf ik een presentatie aan de promotie commissie. Ik vertelde over de vooruitgang van het afgelopen half jaar, de kennis die ik heb opgedaan en de plannen voor de komende 3,5 jaar als PhD studente. Dit was mijn eerste evaluatie moment sinds ik ben begonnen met de PhD. Dat maakt je toch wel een beetje nerveus. Gelukkig ging alles goed! Ik mag doorgaan met waar ik mee was begonnen.

Graag wil ik met deze post even met jullie delen wat het uiteindelijke doel van (vervolgen van) mijn onderzoek is: "Het waarnemen van signalen die ons het bewijs kunnen geven van leven buiten onze Aarde". Alleen waarnemen is niet genoeg. We moeten wetenschappelijk bewijs hebben. Hieronder geef ik een aantal voorbeelden van signalen van leven die kunnen herkennen als we vanaf de ruimte naar de Aarde kijken.

Draw8.1 Bio-signalen van leven op Aarde • "Zijn er naast de Aarde nog andere planeten met leven?" Dit is een van de vragen waar sterrenkundigen zich mee bezig houden. In het heelal zoeken we naar zogeheten 'bio-signatures'. Dit is een verzamelnaam voor elementen, isotopen, moleculen of fenomenen die gezien worden als het wetenschappelijk bewijs van leven. In het plaatje hierboven wordt een selectie van de bewijzen onderverdeeld in gassen, oppervlaktes en seizoenen.

  1. Gassen in de lucht - De atmosfeer op Aarde bestaat uit een mix van verschillende gassen. De twee meest voorkomende gassen zijn stikstof (78%) en zuurstof (21%). Zuurstofgas, O2 wordt gemaakt door photosyntheses (planten) en zorgt ervoor dat wij -mens & dier- kunnen leven. Helaas is het vinden van zuurstof in een exo-atmosfeer geen hard bewijs voor leven. Uit onderzoek blijkt dat zuurstof in combinatie met nog een aantal andere gassen moet voorkomen voordat we het een bewijs voor leven kunnen noemen. Een voorbeeld hiervan is ozongas (O3). Ozon wordt gemaakt van zuurstof in de stratosfeer. De ultraviolet straling van de Zon heeft een dusdanige hoge energie dat wanneer de fotonen (lichtdeeltjes) met een zuurstofmolecuul (O2) botst, deze in twee losse zuurstof atomen (O1) wordt gesplitst. Samen met een ander zuurstofmolecuul vormt dit losse atoom een ozonmolecuul (O3).
  2. Reflectie van oppervlaktes - Verschillende oppervlaktes van de Aarde reflecteren zonlicht op verschillende manieren. Een reflectie effect wat we herkennen vanuit aardobservaties is het zogeheten "red edge" effect. Planten absorberen het groene deel van het zonlicht en reflecteren het rode deel. Dit maakt dat we een sterke toename van reflectie in het rode deel van het zichtbare spectrum1: rondom de 700-750 nm. Dit effect zien we alleen als planten leven. Zodra planten dood gaan neemt deze plotselinge stijging af.
  3. Het effect van seizoenen - De stand van de Aarde ten opzichte van de Zon bepaalt de seizoen. Doordat de aarde eens per jaar rondom de Zon draait en de Aarde een beetje gekanteld is komen alle seizoenen langs in één jaar. De temperatuursverschillen tussen de seizoenen maken dat in Nederland de winters kouder zijn dan de zomer. Dit zorgt ervoor dat bomen in een soort 'winterslaap' vallen en al hun bladeren verliezen. In de zomer kunnen de bloeiende bomen & planten koolstofdioxïde (CO2) goed omzetten naar zuurstof (zie punt 1.). In de winter gebeurt dit minder efficient. Dit maakt dat we verschillen kunnen zien in de concentratie CO2 in de lucht gedurende één jaar. Dit is een indirect gevolg van het 'leven' op Aarde.


1 Zie mijn blog van 19 januari voor een uitleg over zonlicht en golflengtes.

14 maart, 2021


Draw210314

Berichten van februari 2021

Top-Hat of Down-Hat? Online lesgeven!

Leiden, Nederland

Prioriteiten stellen: een belangrijke les



Belangrijke les 2: Als onderzoeker weet je nooit wat er op je pad terecht komt. Elke week is een nieuwe week waarbij we opnieuw moeten kijken wat op dat moment de hoogste prioriteit heeft.

Deze les nam ik erg serieus. De eerste maandag van februari brak ik mijn arm waardoor ik wist dat ik voor zeker drie weken met één hand moest werken. Conclusie: in de maand februari geen instrumentatie, minder efficiënt werken en meer hulp vragen van anderen. Gelukkig, als onderzoeker, zijn er altijd dingen die je wel kan doen (met een beetje hulp)! Een belangrijk voorbeeld is: lesgeven!

De afgelopen 4 weken heb ik voor het eerst voor de klas gestaan. Of eigenlijk... Meer... Voor mijn laptop gezeten? Wat super leuk en spannend om aan de andere kant van de klas te staan. Ineens ben jij de leraar die aan het uitleggen is en niet meer de student die de vragen stelt. Ik was nerveus, maar uiteindelijk bleek dat niet nodig te zijn.

Hoe ziet mijn agenda eruit nu ik ook help met lesgeven? Maandag van 08:00 tot 13:00 begin ik met het nakijken van het huiswerk van de studenten. Tot 13:30 neem ik dan de tijd om alle cijfers met feedback online te zetten. Na een pauze van 13:30 tot 14:00 begint de les, waarna van 16:00 tot 18:00 studenten hulp kunnen vragen voor het huiswerk. Naast deze maandagen ben ik ongeveer nog een extra dag bezig met eventuele voorbereidingen en vragen beantwoorden.

Het vak: High Contrast Imaging • Hoe kunnen we een kleine planeet waarnemen die naast een super grote en heldere ster staat? Dit kunnen we doen door bijvoorbeeld het licht van een ster blokkeren. Deze maand hebben we gekeken hoe we dit kunnen doen met de computer en met de telescoop. Met behulp van de computer kunnen we bijvoorbeeld het signaal van de ster verminderen door een soort filter: een 'Top-Hat/Down-Hat Kernel'. Bij de telescoop zelf kan een coronagraaf het signaal afkomstig van een ster tijdens een observatie minderen.

28 februari, 2021


Draw210228

Berichten van januari 2021

Kijken naar vingerafdruk van gassen (zoals de Zon!)

Leiden, Nederland

Waarom is lucht hemels blauw en niet heelal zwart?



Deze week was ik bezig met het bestuderen van hele kleine deeltjes (die samen gassen vormen) in onze lucht. We noemden deze deeltjes moleculen. Veel moleculen vormen samen de gassen in onze atmosfeer. Vorige week had ik het erover gehad dat lichtgolven met deze moleculen kunnen botsen. Elk molecuul, elk gas, kan hele specifieke delen van licht tegenhouden/absorberen. Dus eigenlijk kunnen we zeggen dat gassen bepaalde kleuren licht beter absorberen dan andere kleuren. Dit zorgt voor zogeheten absorptielijnen.

In de sterrenkunde gebruiken we deze absorptielijnen om te kijken naar de ingrediënten van sterren en gaswolken. Sterren zijn tenslotte super grote bollen heet gas. Een gas is een verzameling van heel veel moleculen. Zoals elke ster bestaat de zon uit verschillende moleculen. Wanneer we met een prisma een dunne zonnestraal opbreken in alle verschillende kleuren van de regenboog, zien we een aantal zwarte lijnen. Dit zijn absorptielijnen. Door te kijken naar de plaats van de zwarte lijnen in de regenboog kunnen we zien welke moleculen deze lijnen veroorzaken. Zo kwam Pierre Janssen erachter dat de Zon uit het gas Helium bestaat. Doordat elk soort gas een andere donkere lijn veroorzaakt kunnen we een ster linken aan een unieke combinatie van zwarte lijnen, een soort barcode. Omdat deze uniek is vind ik het ook leuk om dit een vingerafdruk te noemen.

Dus.. Ik wil berekenen hoeveel licht er weerkaatst wordt op het aardoppervlak. Daarvoor moet ik eerst weten hoe licht door alle lagen van de atmosfeer reist. De lucht in de atmosfeer bestaat uit vele gassen (zuurstof, water, ozon) die licht van de Zon tegenhouden. Door te berekenen hoeveel gas er in een lag zitten kunnen we een unieke vingerafdruk van onze eigen atmosfeer maken. Met deze vingerafdruk kan ik berekenen hoeveel licht het aardoppervlak kan bereiken.
Maar hoe zorgt de atmosfeer ervoor dat we een mooie hemelsblauwe lucht hebben? Lees hieronder verder!

Draw5.1 Waarom is de lucht blauw? • Als we rood licht met blauw licht vergelijken heeft rood licht een grotere golflengte dan blauw licht. Hierdoor is de kans dat blauw licht botst met moleculen in de lucht groter dan dat rood licht botst met de moleculen. Het blauwe licht wordt alle kanten op weerkaatst wat we op de aarde zien als een mooie helder-blauwe hemel!

Nu even een uitleg met wat gekkigheid: Ik denk graag in beelden, als een soort ezelsbruggetje. Deze week kwam ik op het idee om het principe uit te leggen met behulp van het spel Angry Birds. Als speler mag je gekleurde vogeltjes, op varkentjes schieten. Elk vogeltje heeft zo zijn eigen eigenschappen. De rode zijn groot en zwaar en de blauwe zijn klein en licht. De rode zie ik daardoor als lange grote golven en de blauwe als korte kleine golven. Als we beide de rode en de blauwe vogels ( fotonen) op de biggetjes (luchtdeeltjes) richten, hebben we een grotere kans de biggetjes te raken met een kleinere golf. Zodra de blauwe vogeltjes een biggetje raken vermenigvuldigen ze zich. Ze schieten alle kanten op waardoor we overal in de lucht, en overal op aarde, meer blauwe vogeltjes dan andere vogeltjes zullen zien. Een blauwe lucht.

30 januari, 2021


Draw5

Wat komt er kijken bij een computer model van de dampkring?

Leiden, Nederland

Één model voor elke laag in de dampkring

In mijn vorige blog vertelde ik over een project waar ik mee bezig ben: het maken van een computer model van onze aarde. In het project kijk ik hoe licht van de zon op het aardoppervlak weerkaatst wordt en weer de ruimte in gestuurd wordt. Door het weerkaatste zonlicht te 'meten' kan ik net doen alsof ik een speciale foto maak vanaf een satelliet.

Hoeveel licht weerkaatst wordt door de aarde hangt van meerdere factoren af:

  • oppervlakte albedo. Dat wil zeggen de 'witheid' van de oppervlakte. Witte oppervlaktes (zoals bijvoorbeeld ijs, sneeuw en zoutvlaktes, weerkaatsen veel meer licht dan donkere. Zwart is de donkerste kleur en weerkaatst geen licht. Voorbeelden van zwarte ondergronden zijn bijvoorbeeld asfalt en lavasteen. Niet alleen bij zwart maar ook andere kleuren zoals groen (bossen en gras) en donker blauw (oceanen) wordt niet al het licht weerkaatst door de aarde
  • wolken. In Nederland weten we maar al te goed dat er veel wolken in de lucht kunnen hangen en deze het licht van de zon tegenhouden. Het KNMI geeft een hele mooie omschrijving van vele verschillende soorten wolken op de site van het KNMI. Hoeveel licht er nog door een wolk kan schijnen beschrijven we met een getal wat we de optische dikte noemen. Deze hangt af van het soort deeltjes (mini waterdruppeltjes of ijskristallen) die in de wolk zitten en de dikte van de wolk. Een wolk kan licht absorberen (opnemen) en weerkaatsen.
  • luchtmoleculen. De lucht die we elke dag inademen bestaat uit allemaal hele kleine deeltjes, moleculen, die ook delen van het zonlicht tegen kunnen houden. Net zoals bij wolken kunnen we voor deze moleculen ook berekenen hoeveel licht er geabsorbeerd of weerkaatst wordt.
De hoeveelheid wolk- en luchtdeeltjes hangt af van de hoogte van de dampkring. Denk maar aan een bergwandeling. Des te hoger je komt, des te minder zuurstof er is. Dit komt niet doordat er meer andere deeltjes zijn. Overal in de dampkring kunnen we zeggen dat zo'n 21% van de lucht uit zuurstof bestaat. Alleen wanneer we hoog op een berg (en dus hoger in de dampkring zijn) wordt de luchtdruk lager en temperatuur kouder. Dit betekend dat als we het aantal deeltjes in een blok tellen hier in Nederland, of een blok op de Mount Everest, we op de berg minder deeltjes zullen tellen.

Omdat ik een model maak van de hele dampkring moet ik de verschillende lagen van de dampkring goed begrijpen. Zo kan ik berekenen hoe een zonnestraal zich gedraagt wanneer deze door de dampkring heen reist en uiteindelijk hoeveel licht er door de aarde weerkaatst wordt.

23 januari, 2021


Draw4

Project ExoEarth: een computermodel van de aarde

Leiden, Nederland

Hoe te beginnen bij gebrek aan een lab? Nou gewoon.. met wetenschappers in Amerika

Afgelopen september ben ik begonnen met mijn onderzoek. Door COVID-19 zijn de bekendste observatoria over de hele wereld geheel gesloten. Hier in Leiden is universiteit met de laboratoria deels gesloten waardoor ik thuis aan het werk ben. Helaas heb ik nog niet al mijn collega's ontmoet, maar gelukkig zijn er als sterrenkundigen genoeg dingen om me mee bezig te houden en verder te onderzoeken. Zo ben ik een project gestart samen met mijn supervisor en wetenschappers uit Amerika. We maken een computermodel van de aarde, waarbij we net doen alsof het een exoplaneet is.

Laten we beginnen met de vraag: "Hoe kan het dat we planeten kunnen zien?". Het zijn geen sterren die licht geven, zoals de Zon. Toch waren op 21 december 2020 waren Jupiter en Saturnus tijdens hun 'kosmische kus' duidelijk te zien. Dit komt doordat het oppervlakte van de planeet het zonlicht weerkaatst. Dit weerkaatste licht kunnen we dan vanaf de aarde zien en meten. Denk nu eens aan de Maan. De maan heeft kraters, bergen en zeeën die we met het blote oog als vlekken kunnen zien. Hoe veel licht een oppervlakte kan weerkaatsen, wordt ook wel het albedo, letterlijk 'witheid' genoemd. Een volledig witte maan of planeet zou een albedo van 1.0 hebben en een zwarte een waarde van 0.0.

Wat ik me nu afvraag, en dus onderzoek, is hoe licht afkomstig van de Zon, door de atmosfeer reist en op het aardoppervlak weerkaatst wordt. Om dit te onderzoeken kijk ik naar alle delen van het zonlicht. Wat bedoel ik daarmee? Nou, ik breek het licht als een soort prisma op in het zichtbare licht, ultra-violet en infra-rood. Hierdoor kijk ik als het ware naar een soort regenboog. Wil je meer weten over deze verschillende soorten licht? Lees hieronder verder!

Draw3.1 Werken met het lichtspectrum • Als ik in de Van Dale, het bekendste en super dikke Nederlandse woordenboek, het woord spectrum opzoek, vind ik de beschrijving: "kleurenreeks die ontstaat bij ontleding van licht, bijvoorbeeld door een prisma". Licht bestaat uit veel kleine elektromagnetische golven die we met het oog kunnen zien. De lengte van piek tot een volgende piek in zo'n elektromagnetische golf noemen we een golflengte. Deze lengte beschrijven we niet in meters of centimeters (cm), maar in nanometers (nm). Één cm is precies 10.000.000 nm. Licht met een golflengte van 420 nm zien we als violet licht. Licht met een golflengte van 780 nm zien we als rood licht. Alle golflengtes tussen 420 en 780 nm noemen we dan ook het zichtbaar licht.

In het heelal is meer te zien dan alleen maar zichtbaar licht. Zodra we elektromagnetische golven niet meer als licht kunnen zien, noemen we dit straling. Golven met een golflengte groter dan 780 nm (rood licht) noemen we infrarood straling en golven met een golflengte kleiner dan 420 nm (violet licht) noemen we ultraviolet straling. Als de golven nog kleiner worden noemen we de straling röntgen straling. Waar komen deze verschillende soorten straling dan vandaan? Relatief koude sterren (met een temperatuur van 4000°C) en planeten stralen infrarode straling uit. Zichtbaar licht is afkomstig van sterren zo groot en warm als onze Zon. Hete sterren (met een temperatuur van 10.000°C) kunnen we 'zien' door te kijken ultraviolet straling en tenslotte produceert heet gas (met een temperatuur van 10.000.000°C) röntgen straling.

Dit zijn nog maar een paar voorbeelden van de vele bronnen in het heelal die verschillende soorten stralingen produceren. Toch hoop ik je een idee te hebben gegeven van waar straling en licht vandaan komt.

19 januari, 2021


Draw2

Brief history of Willeke: Wie ben ik?

Leiden, Nederland

Een kleine beschrijving van mezelf

Als wetenschapper heb ik geleerd dat we vaak vergeten om wat over onszelf te vertellen. Wat bedoel ik daarmee? Nou, stel je voor dat je naar een bijeenkomst gaat (bijvoorbeeld een conferentie). Je werd gevraagd om je onderzoek te presenteren aan mede-deelnemers. Je bent zo blij om te weten dat anderen meer over je onderzoek willen horen. Vol enthousiasme begin je met je presentatie. Nadat je je volledige onderzoeksjaar in een toespraak van 10 minuten hebt gezet, is de eerste vraag die je krijgt van het publiek: "Mooie presentatie, maar wat was je naam en waar kom je vandaan?"

Belangrijke les 1: vergeet nooit jezelf voor te stellen! Vooral omdat mensen misschien samen met jou willen werken aan een volgend project.

ZO: Laat ik me even voorstellen. Mijn naam is Willeke. Mijn favoriete kleur is blauw! Daarom heeft het meisje dat ik vandaag tekende blauw haar. Zelf heb ik, zoals vrienden dat zeggen, oranje haar. Ik ben verslaafd aan appels en hou van bakken! Al sinds ik een kind was, was ik nieuwsgierig naar natuurverschijnselen. Bovendien was ik gefascineerd om uit te vinden hoe DINGEN werkt. Heb je ooit geprobeerd om een potlood uit elkaar te halen en weer in elkaar te zetten? Nou, probeer dit niet met een broodrooster... Ik kan je zeggen, een broodrooster is veel moeilijker om weer in elkaar te zetten! Ik hou van natuurkunde en wiskunde en met computers heb ik een echte haat/liefde relatie..

16 januari, 2021


Draw2

Wat? Hoe? Waarom?

Leiden, Nederland

Drie vragen die elke dag belangrijk zijn in het leven van een wetenschapper

Als sterrenkundige mag ik super gelukkig zijn met het heelal als practicum lokaal. Maar waar houden sterrenkundigen zich allemaal wel niet mee bezig? Het klink altijd alsof wij niet met onze voeten op de aarde staan. Zelf kijk ik bijvoorbeeld niet naar sterren, maar naar planeten. Dit kunnen planeten zijn binnen en buiten ons zonnestelsel. Een soort planetenkunde dus. Maar als ik dan toch mag kiezen ben ik eigenlijk op zoek naar planeten die net zoals de aarde leven bevatten. Maar hoe weten we of er leven is op andere planeten? Waarom is de lucht blauw? Hoe worden regenbogen gemaakt? Dit en vele meerdere vragen kom ik tegen en zal ik hier elke week met iedereen delen.

13 januari, 2021


Draw1

Tekeningen

Portret van Sagitarius A*: het zwarte gat in onze melkweg
28 juni
Sterrenkunde en polariatie: Zwart gat, supernova en de Big Bang
30 april
Christaan Huygens met polaroid zonnebril
31 maart
Avatar
31 januari
Avatar
31 december
Avatar
29 november
Avatar
2 november
Avatar
10 oktober
Avatar
27 juni
Avatar
20 mei
Avatar
5 mei
Avatar
3 mei
Avatar
24 april
Avatar
10 april
Avatar
28 maart
Avatar
21 maart
Avatar
14 maart
Avatar
28 februari
Avatar
30 januari
Avatar
23 januari
Avatar
19 januari
Avatar
16 januari
Avatar
13 januari


Videos